Visie van Frans van de Ven

Met wateroverlast in de gebouwde omgeving hebben we leren omgaan, zegt hydroloog dr.ir. Frans van de Ven (faculteit CiTG en Deltares), maar met droogte hebben we minder ervaring. Hoe veranderen we dat?

"Het probleem met droogte is dat het, anders dan een overstroming, weinig acuut zichtbare schade oplevert. Het bekendste probleem is de aantasting van houten paalfunderingen en de schade die dat veroorzaakt aan gebouwen. Maar dat komt pas na verloop van jaren aan het licht. Hetzelfde geldt voor het effect van droogte op bodemdaling. Droogte heeft een effect op bodemdaling, maar het gaat heel langzaam. Ook de waterkwaliteit verslechtert in een periode van droogte, maar dat merk je pas als je door de blauwalg niet meer kunt zwemmen of ziek wordt door zwemmen in verontreinigd water.

Droogte versterkt de stedelijke hitte doordat de stad zijn warmte niet kwijt kan via verdamping. Door de hitte vallen er meer doden door hart- en vaatziekten en andere kwalen. Het sterftecijfer in een hete zomer ligt een stuk hoger. En dan is er het probleem van de stabiliteit van veenkades - denk aan de overstroming in Wilnis - of het toegenomen brandgevaar door verdroogd stedelijk groen.

Droogte heeft veel gevolgen en er zijn maar weinig mensen die dat voldoende op hun netvlies hebben staan. We zijn erachter gekomen dat de samenleving te weinig handelingsperspectief heeft voor droogte in de gebouwde omgeving. Water aanvoeren naar de stad - hoe gaat dat? Water vasthouden in de stad - hoe dan? In een periode van droogte wil je dat het water in de grachten in Delft en het grondwater op peil blijven. En misschien wil je het openbare groen irrigeren. Met de komst van steeds hetere zomers groeit de behoefte aan irrigatie. Dat gaan we hopelijk niet met kraanwater oplossen. Maar hoe dan? We proberen het onderzoeksprogramma Drobe (Drought in the Built Environment) van de grond te krijgen. We willen water vasthouden in oppervlaktewater en in grondwater met actief grondwaterpeilbeheer. In landelijk gebied experimenteren we daar volop mee. In stedelijk gebied zijn er proeven geweest met oppervlaktewater dat via omgekeerde drainage terugstroomt naar het grondwater om te zorgen dat het niet te diep wegzakt en dat de planten water houden.

Je moet schipperen tussen hoog en laag.

Maar dat kun je slimmer sturen en daar is onderzoek voor nodig. Je moet schipperen tussen hoog en laag, want je wilt ook niet dat het water in de kelders staat.

We willen ook weten in hoeverre actief grondwaterpeilbeheer bodem-daling tegengaat. Er zitten legio onderzoeksvragen aan vast. En dan hebben we het nog niet eens over drinkwaterreservoirs die door droogte uitgeput dreigen te raken. In Zuid-Afrika was er vorig jaar een ernstig tekort aan drinkwater. In Nederland onttrekken we drinkwater aan gebieden buiten de stad, maar ook dat blijft niet zonder gevolgen.

Volgens het Deltaprogramma moeten de Nederlandse steden in 2050 klimaatbestendig zijn ingericht, dat betekent dus ook droogte- en hittebestendig. Als je niet weet hoe je dat moet aanpakken, dan haal je dat doel niet. Voor universiteiten, en zeker voor de TU Delft, met deskundigheid op civiele techniek, bouwkunde, bestuurskunde en drinkwaterbereiding, ligt daar een belangrijke taak.”