‘Er zijn in de wetenschap te weinig generalisten’

Bert van Wee heeft de Leermeesterprijs 2020 gekregen. Hoe denkt de transportprofessor over zijn promovendi en over de invloed van corona op ons transportsysteem?

Prof.dr. Bert van Wee is sinds 2003 hoogleraar transportbeleid bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Buiten de TU Delft is hij bekend door de vele interviews in de media over ontwikkelingen in transport. In heldere zinnen en grote lijnen zet hij de actualiteit in context.
Volgens het Universiteitsfonds Delft, dat jaarlijks de Leermeesterprijs toekent aan een hoogleraar die uitblinkt in onderzoek en onderwijs, heeft Van Wee ‘een onuitwisbare stempel gedrukt op de internationale, nationale en Delftse transportgemeenschap‘. Het fonds prijst zijn ‘continue drive het onderwijs, inclusief dat van hemzelf, te verbeteren' net als ‘de betrokken en kritische, maar altijd positieve manier waarop hij afstudeerders en promovendi begeleidt’.

Wanneer besloot u zich te specialiseren in transport en vervoer?
“Ik ben sociaal geograaf, afgestudeerd in 1983. De arbeidsmarkt was slecht, vanwege de recessie. Ik werd gevraagd om als werkstudent voor een verkeerskundig onderzoeks- en adviesbureau aan de slag te gaan: verkeerstellingen, snelheids- en parkeerdrukmetingen; simpel werk. Zolang ik op zoek was naar een baan, vond ik dat prima, maar na verloop van tijd begon ik het een mooi wereldje te vinden. Ik kreeg een contract aangeboden, deed cursussen en werd projectleider. Ik ben per toeval in het transportonderzoek gerold.”

Over alles dat vliegt, vaart en rijdt wordt gruwelijk veel gepubliceerd

U wordt vaak gebeld door de media. Hebt u altijd uw verhaal klaar?
“Vaak moet ik de precieze getallen erbij zoeken. Dan vraagt een journalist of harder rijden gevaarlijker is. Het antwoord is ja, want elke kilometer per uur boven de 100 km/uur leidt tot drie tot vier procent meer dodelijke ongevallen. Ik moet dan opzoeken of het 3,2 of 3,6 procent is, maar vaak vinden ze het goed genoeg.”

Zal corona ons transportsysteem blijvend beïnvloeden?
“Je moet onderscheid maken tussen het activiteitenpatroon en het reisgedrag van mensen aan de ene kant en het transportsysteem aan de andere. Er zijn aanwijzingen dat we rekening moeten houden met langetermijnwijzigingen in activiteitengedrag en daarmee in reisgedrag. Mensen maken minder gebruik van de trein en vliegen niet meer internationaal voor activiteiten die op een andere manier kunnen. Ik verwacht dat het gebruik van online middelen toeneemt, dus telewerken in plaats van naar de campus komen in ons geval. Wanneer zou blijken dat wij de spits blijvend mijden door thuis te werken of op andere tijden te vertrekken, dan zijn capaciteitsuitbreidingen van het transportsysteem minder rendabel.”

Welke eigenschappen moeten promovendi bij u hebben? 
“Ze moeten aan alle ethische richtlijnen voldoen, zoals reproduceerbaarheid van onderzoek. Ik selecteer daarnaast op bepaalde eigenschappen. Is een promovendus in staat de boel goed theoretisch te verankeren en goede onderzoeksmethoden te bedenken? Weet diegene precies wat de kern is van zijn of haar onderzoek? Liefst kan diegene een beetje fatsoenlijk schrijven in het Engels. Ook sociale vaardigheden zijn belangrijk. Je hebt einzelgängers die zich een tijd opsluiten en met prachtige dingen naar buiten komen, maar hier bij TBM doen we onderzoek dat maatschappelijk relevant is. Dan het is prettig als je kunt communiceren en kunt uitleggen waarom je een onderzoek doet en waarom dat relevant is.” 

De term leermeester veronderstelt intensief contact met afstudeerders en promovendi. Hoe ging dat de laatste tijd?
“Veel e-mail en online overleg. Ik ben nog maar een enkele keer in Delft geweest.”

Voldeed dat?
“Ja en nee. De uitwisseling van ideeën en kennis kan op afstand. De persoonlijke kant gaat wat minder goed. Ik heb elk jaar één of twee keer een student die tijdens een gesprek in huilen uitbarst, maar dat gebeurt niet online. Mensen maken online niet zo snel kenbaar dat ze ergens mee zitten of dreigen vast te lopen.”

U hebt ruim vier jaar te gaan vóór uw emeritaat. Wat wilt u nog bereiken? 
“Ik begeleid momenteel zestien promovendi. Dat blijf ik doen. Daarnaast wil ik een leerboek uit 2013 over het transportsysteem actualiseren. Dat heb ik destijds geredigeerd met TBM-collega Jan Anne Annema en David Banister van de universiteit van Oxford. Ik ben een extreme generalist, net als Jan Anne Annema. Om te voorkomen dat er een gat valt als wij vertrekken, wil ik nieuwe generalisten opleiden.”

Hoe maak je mensen tot generalist?
“Door ze te laten ruiken aan verschillende dossiers en ze te leren om snel te selecteren. Over alles dat vliegt, vaart en rijdt wordt gruwelijk veel gepubliceerd. Ook is het van belang de samenhang der dingen goed te begrijpen; dan vallen puzzelstukjes logisch op hun plaats. Deels is het noeste arbeid: de literatuur lezen, over verschillende onderwerpen college geven en veel afstudeerders begeleiden over verschillende onderwerpen.”

Is dat te doen voor één persoon?
“Toen ik hoogleraar werd, zeiden mensen: je moet je concentreren op één onderwerp, anders bereik je nooit de internationale wetenschappelijke tijdschriften. Ik heb bewezen dat dat niet zo is.”