Graag meer kwanten

De nieuwe wiskundige breinen in onze financiële wereld zijn absoluut niet gevaarlijk. Sterker: we hebben ze nodig.

In 2008 kreeg de reputatie van wiskundigen in de financiële sector een klap. Zij kregen voor een deel de schuld van de crisis: ze hadden met hun formules en algoritmen complexe financiële producten gemaakt die niemand echt begreep. Destijds was het maar al te makkelijk om te roepen dat kwantitatief analisten (‘kwanten’) uit de financiële wereld moesten worden verbannen. Maar dat gebeurde niet. Bijna tien jaar later zijn ze meer gevraagd dan ooit: 95 procent van alle financieel wiskundigen van de TU Delft heeft direct na het afstuderen een baan. Maar er is geen reden om deze nieuwe generatie kwanten te vrezen.

Een interview met Pasquale Cirillo, coördinator van de specialisatie Financial Engineering van de master Technische Wiskunde bij de TU Delft, over de toenemende populariteit van de financiële master- en minortrajecten aan de TU Delft, en over de reden waarom we exacte wetenschappen niet ‘zomaar’ op de financiële sector kunnen toepassen.

Waarom precies hebben we jonge, nieuwe kwanten nodig in de financiële sector?

Volgens mij heeft de crisis juist laten zien dat we kwanten niet moeten wegsturen, maar dat we in de financiële sector juist meer – en vooral betere – kwanten nodig hebben. Vroeger hebben te veel mensen alleen maar de rol gespeeld van kwant, dus van kwantitatief marktanalist. De financiële sector wemelde van slimme exacte wetenschappers, zoals natuurkundigen en civiel ingenieurs, die dachten dat ze hun wiskundige kennis direct op de financiële wereld konden toepassen. De financiële sector draait echter niet om mechanische natuurkrachten, maar om mensen. En mensen hebben emoties: ze kunnen heel intelligent zijn, maar ze kunnen uit angst ook ineens iets heel doms doen. Een mechanistisch model kan dergelijke factoren niet voorspellen. Daarom hebben we in de financiële wereld niet 

We moeten kwanten opleiden die financieel ingenieurs zijn: mensen die wiskunde en informatica echt begrijpen, die de theorie kunnen toepassen, risico’s kunnen berekenen – gewone, ongewone en extreme risico’s – en die vooral met beide benen stevig op de grond blijven in plaats van hoog in hun eigen ivoren toren te blijven zitten.

alleen mensen nodig met degelijke theoretische wiskundekennis, maar ook mensen die nederig zijn en de beperkingen van hun kennis beseffen.

Dus je leert de studenten dat ze nederig moeten zijn en dat hun kennis beperkingen heeft?

In mijn colleges besteed ik altijd veel tijd aan de uitleg van een bepaald model, waarbij ik inga op de aannamen en de hypothesen die erachter zitten. En dan trek ik evenveel tijd uit om de nadelen van het model te schetsen en uit te leggen waarom het alleen in bepaalde situaties werkt. Ik vraag studenten om bewust zowel fysieke als niet-fysieke processen te modelleren, zodat ze zelf de verschillen ervaren. Een financieel model valt namelijk in de tweede categorie: het bestaat, het heeft een enorme invloed op ons leven, maar het is niet tastbaar. Je ziet het effect, maar niet het object. En zelfs wanneer je het object ziet, zoals in een transactie, is de reactie onvoorspelbaar, omdat het om menselijke activiteiten gaat. En wanneer mensen deelnemen aan een proces, gaan emoties, politieke voorkeuren en eigen ideeën een rol spelen. De waarde van een object is ook relatief. Op dit moment zou je je smartphone niet willen ruilen voor een liter water, maar misschien wel als je verdwaald bent in de woestijn. Intussen verandert er niets aan de chemische samenstelling: die blijft H2O.

Waar ligt de focus bij de TU Delft?

Bij de TU Delft bieden we financiële vakken waarin geavanceerde wiskunde, statistiek, economie en bedrijfskundige heuristieken worden gecombineerd. We leiden probleemoplossers op die in staat zijn om hun theoretische kennis toe te passen op dagelijkse zakelijke problemen en die hun kennis zo nodig ook kunnen bijstellen. Studenten leren alle tools waarmee ze effectieve financieel ingenieurs kunnen worden die goed voorbereid zijn op de concurrentiestrijd in de financiële wereld. Aan de TU Delft bieden we ook twee financiële minoren. De ene staat open voor studenten van alle opleidingen. Het is een van de populairste minoren van de TU Delft. De andere minor is speciaal ontwikkeld voor studenten van ‘kwantenfaculteiten’ met veel wiskunde in het programma, zoals Civiele Techniek en Natuurkunde. Na deze minor kunnen studenten worden toegelaten tot de specialisatie Financial Engineering van de master Technische Wiskunde. Want zoals ik al zei: een civiel ingenieur is misschien prima in staat een brug te ontwerpen die de natuurkrachten kan weerstaan, maar wie wiskundige modellen wil toepassen op de financiële sector moet heel goed zijn in het berekenen van de ongewone, extreme en onvoorspelbare risico’s die ontstaan door menselijke acties.

Wat voor soort student was je zelf?

Als student wilde ik alles van tevoren weten. Ik pluisde het hele programma door en wist alles van de vakken en de docenten. Maar nu raad ik mijn studenten juist het tegenovergestelde aan. Vanochtend vroeg een student welke keuzevakken hij moest volgen als hij een bepaalde functie bij een bank wilde gaan bekleden. Ik zei dat dit geen goed uitgangspunt was. Hij heeft nu zijn zinnen gezet op een bepaalde functie, maar waarschijnlijk wil hij over twee jaar weer iets heel anders. En die functie bestaat over twee jaar misschien niet eens meer. Maar hij zit bij ons wel op de goede plek. Als student moet je zien te profiteren van alle kennis die je opdoet, en je moet flexibel zijn. Finance is een heel breed vakgebied, net als wiskunde met zijn zo diverse takken als meetkunde, algebra, analyse, logica enzovoorts. In het eerste semester leren we studenten de basis. In het tweede semester kijken we naar de diverse ‘smaken’ binnen finance. Studenten krijgen zelf de gelegenheid om te ontdekken wat ze leuk vinden. Het smaakpalet is heel breed: algoritmen voor financiële transacties ontwikkelen en programmeren, risico’s berekenen, nieuwe financiële producten ontwikkelen en de prijs ervan bepalen, en ga zo maar door.

Is de financiële sector nu anders dan toen je zelf student was?

We hebben nu financiële producten die een paar jaar geleden nog niet bestonden, zoals correlatieswaps, terwijl producten zoals CDO’s (collateralized debt obligations) nu veel minder populair zijn dan vroeger. En vergeet onlinetransacties niet: dat is echt iets van de laatste decennia. In de jaren negentig stonden mensen nog letterlijk op de beursvloer te schreeuwen om een transactie tot stand te kunnen brengen. En nu is het er zo stil dat je een speld kunt horen vallen. Alles gaat digitaal, maar de concurrentiestrijd vindt ook plaats op fysiek vlak: iedereen wil een server die zo dicht mogelijk bij de aandelenbeurs staat, omdat het aankomt op nanoseconden. Het is een totaal andere wereld. Daarom ligt er in het curriculum nu zoveel nadruk op informatica. De financiële sector functioneert nu ook anders. Vroeger speurde een financieel analist vooral naar fouten op de markt, de zogenaamde arbitrage spots, maar nu is alles gecoördineerd. Het is onmogelijk geworden om hetzelfde aandeel op twee plaatsen tegen twee verschillende prijzen te kopen. Hierdoor zijn er efficiëntere algoritmen nodig om snel een beslissing te kunnen nemen. Je moet anticiperen op koop- en verkoopgedrag van mensen en computers, voor zover dat mogelijk is. De focus is verschoven. En financiële risico’s zijn tegenwoordig veel groter, en moeilijker te dekken, omdat de markten zo complex zijn. Het is een fascinerende wereld.

Waarom zou je iemand aanraden deze studie te volgen?

Als exacte wetenschapper kun je de hydrodynamica van een rivier bestuderen, of biologie of astronomie. Dat zijn absoluut relevante en fascinerende vakgebieden. Maar de sterren hebben ons niet nodig om in beweging te blijven. Terwijl economie zonder mensen krakend tot stilstand komt. Wij zijn de economie, wij zijn de markten. In Europa bestaan allerlei opleidingen in finance, maar slechts enkele instituten bieden een opleiding tot financieel ingenieur. Dat zou ik graag zien veranderen: we moeten verder gaan dan de belegen speelgoedmodellen van de ouderwetse finance; we moeten nieuwe recepten maken met als ingrediënten financiële wiskunde, statistiek, informatica en bedrijfskundige heuristieken. Het zal niet lang meer duren voordat kunstmatige intelligentie haar intree doet op de financiële markten. En om daar goed mee om te kunnen gaan hebben we mensen nodig met echte intelligentie. We moeten ervoor vechten om als mensen de intelligentste spelers op de markten te blijven.

Text: Marieke Roggeveen | Photo: Mark Prins | december 2017