Vroeger zag je studenten soms vechten tegen de slaap, nu doen ze actief mee

Met zijn MOOC’s (Massive Open Online Courses) bereikte hoogleraar Zonne-energie Arno Smets al honderdduizenden kijkers. En inspireerde hij kijkers om eigen zonnepanelen te installeren op plekken waar weinig elektriciteit is.

De eerste opname was wel een beetje onwennig. In plaats van een collegezaal vol met studenten, stond Smets voor een groene wand en deed hij zijn verhaal kijkend in een grote camera. “Dat is toch een heel andere omgeving”, zegt hij. “Maar we hadden het goed voorbereid en er veel tijd in gestopt. Ik had ook een training gevolgd over wat je wel en niet voor de camera moet doen om zo natuurlijk mogelijk over te komen. Bijvoorbeeld dat een beetje overdreven bewegingen best mogen, omdat het er dan levendig uitziet.”

Het bleek een schot in de roos. Smets’ MOOC over zonnecellen werd al snel een hit op platform edX. Inmiddels zijn de colleges van de hoogleraar al honderdduizenden keren bekeken. Zijn cursussen bereikten wereldwijd al meer dan 350.000 studenten. Smets won er in 2016 de eerste edX Prize for Exceptional Contributions to Online Teaching and Learning mee. Bij MOOC’s geven wetenschappers online college aan kijkers van over de hele wereld. Ze delen op die manier hun wetenschappelijke kennis.

De online colleges van Smets zijn zo populair, omdat hij zijn verhaal levendig vertelt. En omdat het onderwerp veel kijkers aanspreekt. “Over zonnecellen was nog geen MOOC gemaakt, toen wij er aan begonnen. We leggen uit hoe zonnestroom werkt en gaan in op het fundamentele principe van pv (photo voltaic) energie-omzetting. Hoe zet je zonne-energie om in elektriciteit? We laten zien hoe de technologie werkt en je zelf een systeempje kunt bouwen. Er is veel interesse in duurzaamheid en dit spreekt veel mensen aan.”

Kracht van zonne-energie

Sinds de MOOC’s online staan wordt Smets overspoeld door reacties. Hij heeft kijkers van over de hele wereld. Zoals een jonge Colombiaanse man. In het afgelegen dorpje waar hij woont was er maar enkele uren elektriciteit per dag via een aggregaat op diesel. Dankzij de online lessen van Smets bouwde hij zijn eigen pv-systeem en heeft nu via een accu en zonnepanelen de hele dag door elektriciteit. “Hij breidt het nu ook uit naar andere huizen. Dat is geweldig om te horen”, zegt Smets.

De Colombiaan is een van velen. In een van zijn MOOC’s laat Smets zien waar allemaal zonnepanelen zijn gebouwd naar aanleiding van zijn college. Veel landen passeren de revue, zoals Marokko, Bangladesh en Egypte. “Dat het zo’n grote impact zou hebben, dat had ik van te voren niet gedacht. Ik wilde MOOC’s maken uit idealisme, omdat ik kennis wil delen, de energietransitie wil bevorderen en mensen wil bereiken die niet naar een universiteit kunnen. Ik vind het mooi om te zien dat studenten met mijn colleges aan de slag gaan. Zo krijgen de kijkers voor mij een gezicht, omdat ik hun filmpjes zie. Het zijn echte mensen, die met technologie hun carrière opbouwen en problemen proberen op te lossen. De techniek is toegankelijk. Dat is de kracht van zonne-energie.”

De populariteit van de MOOC’s zijn een uitstekende PR voor de TU Delft, benadrukt Smets. “Als marketingtool is het onbetaalbaar. We krijgen er veel meer bekendheid door. Samen met universiteiten als MIT en Harvard stond de TU Delft een hele zomer op de voorpagina van edX waar dagelijks miljoenen mensen inloggen. Met een goede MOOC laat je zien dat je wereldwijd een autoriteit bent.”

Bovendien komen studenten speciaal naar de TU Delft vanwege de MOOC’s. “Vaak wordt gesuggereerd dat gratis colleges aanbieden ervoor zorgt dat er minder studenten zich aanmelden bij een universiteit. Het onderwijs dat je ontwikkelde, geef je immers gratis weg! Maar daar hoef je niet bang voor te zijn. Wij krijgen juist meer aanmeldingen.”

Smets benadrukt dat het ook nieuwe mogelijkheden biedt. Doordat zijn colleges zijn opgenomen, kunnen zijn eigen studenten ze ook bekijken. “In de collegezaal is er daardoor meer tijd voor interactie”, aldus Smets.

Actieve studenten

Om dat te laten zien, pakt een map met aantekeningen voor colleges en laat afbeeldingen zien van boten, treinen en vrachtwagens. “In het vak Renewable Energies reken ik nu met studenten uit wat de energieconsumptie is van verschillende manieren van transport, koelen en verwarmen van gebouwen en het maken van onze basismaterialen zoals staal. Eerst dacht ik dat het een ramp zou worden, om veel samen met studenten te doen. Professoren vinden het leuk om voor een collegezaal te staan en te laten zien wat ze allemaal weten. Maar dat heb ik al in mijn MOOC’s gedaan en ik heb ervoor gekozen dat niet te herhalen. We zitten nu samen opgaven te maken. De studenten vragen veel meer tijdens college. Vroeger zag je ze soms vechten tegen de slaap, nu doen ze actief mee.”

Smets hoopt dat meer docenten van de TU Delft MOOC’s gaan maken, maar vooral gaan gebruiken in on-campus onderwijs. “Je moet het wel echt leuk vinden, de kijkers willen motiveren en er veel tijd voor over hebben. We hebben onze online colleges met zorg gemaakt. We hebben ze rustig opgebouwd zodat het niveau steeds toeneemt, mooi beeldmateriaal verzameld en opgaven gemaakt waarmee studenten testen hoe goed ze het hebben begrepen. Wie MOOC’s wil maken moet er ook op letten welke vakken al worden aangeboden. Als er al een goed college is over een onderwerp, is het waarschijnlijk niet nodig er nog een te maken. Maar je kunt bestaand online materiaal wel gebruiken in je eigen colleges.”

Nu Smets ziet hoeveel impact online colleges hebben, zou hij graag zien dat het meer wordt gestimuleerd door de overheid of internationale organisaties als de Unesco. “Nu zijn het platforms die zichzelf moeten zien te bedruipen. Omdat het een goedkope manier is om mensen wereldwijd te bereiken met hoogkwalitatief onderwijs zou ik graag zien dat overheden het bekostigen.”

Smets heeft de smaak inmiddels goed te pakken. Hij is nog steeds bezig om meer online cursussen aan te bieden. Hij werkt nu voor edX aan een serie van vijf vakken onder de noemer ‘Micro Masters’ met de titel Solar Energy Engineering waarvoor studenten 18 studiepunten kunnen halen. Deze colleges zijn op masterniveau en ook geschikt voor gevorderde studenten en professionals. “Het zijn dezelfde vakken als we hier on-campus geven. We hopen hiermee professionals te bereiken en daardoor de industrie te ondersteunen in het opleiden van hun medewerkers. Ik ben nu al benieuwd naar de reacties van deze studenten.”

Tekst: Robert Visscher | Foto: Thierry Schut | september 2018