Publiceer onderzoekssoftware

Software is een essentieel onderdeel van onderzoek. Onderzoekers ontwikkelen en hergebruiken software als onderdeel van het onderzoeksproces om resultaten te genereren, verwerken of analyseren. Soms is de ontwikkeling van een model of algoritme een primaire onderzoeksdoelstelling. Ook wordt software steeds meer erkend als onderzoeksoutput op zichzelf.

Het publiceren van onderzoekssoftware heeft meerdere voordelen:

  • Het helpt om erkenning voor je werk te krijgen.
  • Het draagt bij aan de reproduceerbaarheid en transparantie van onderzoek.
  • Het draagt bij aan de ontwikkeling van de wetenschappelijke gemeenschap als onderzoekssoftware kan worden hergebruikt

De beste manier om erkenning te krijgen voor de onderzoekssoftware die je maakt, is de software zo publiceren dat je een Persistent Identifier (PID) zoals een DOI (Digital Object Identifier) kunt toewijzen aan de gepubliceerde versie/release. Je kunt bijvoorbeeld:

  • je onderzoekssoftware publiceren in een softwaretijdschrift (klik hier voor een lijst met softwaretijdschriften);
  • je GitHub- of GitLab-repository publiceren door middel van een datarepository of -archief dat een DOI uitgeeft en de software citeerbaar maakt. De TU Delft beschikt over 4TU.ResearchData, dat geïntegreerd is met GitHub en GitLab, zodat de publicatie van onderzoekssoftware makkelijker wordt.

 Bij het publiceren van onderzoekssoftware is het relevant om de onderzoeksgemeenschap te laten weten hoe je wilt dat die software wordt gebruikt. Door een licentie aan de software toe te wijzen kun je aangeven hoe anderen de software kunnen hergebruiken. Voor een zo breed mogelijk hergebruik adviseert de TU Delft om een open licentie te gebruiken, zoals MIT, BSD, Apache, GPL, AGPL, LGPL, EUPL of CC0. Als je de onderzoekssoftware onder een van deze vooraf goedgekeurde licenties deelt, voldoe je aan het beleid van de TU Delft voor onderzoekssoftware. Klik hier voor een overzicht van softwarelicenties en richtlijnen voor de keus tussen deze licenties.

Voor het beleid van de TU Delft voor onderzoekssoftware is het ook vereist dat je de software deelt via een datarepository, om bewaring op lange termijn te garanderen en een correcte citatie van de software mogelijk te maken. Je kunt onderzoekssoftware delen via 4TU.ResearchData. Je kunt ook andere datarepository’s gebruiken, zolang je de software dan maar handmatig registreert in PURE. Zie de richtlijnen van de TU Delft voor onderzoekssoftware voor meer informatie of bekijk deze presentatie en deze opname van een informatiesessie.

Om de onderzoekssoftware van je project gemakkelijk citeerbaar te maken, moet je niet alleen een DOI toewijzen aan de versie of release van de software, maar ook voor een CITATION-bestand zorgen als onderdeel van de documentatie van de software. Dit kan een gewoon tekstbestand zijn (bijvoorbeeld als onderdeel van een README-bestand) in de hoofdmap van de software, met informatie over het citeren van de software. Maar het kan ook een bestand in machinetaal zijn, zoals in dit voorbeeld. Met de tool CFFINIT kun je gemakkelijk metadatabestanden voor softwarecitatie maken.

Als je software van anderen hergebruikt, zorg er dan voor dat je de maker op de juiste manier noemt. Het is een goede gewoonte om de software te noemen die je tijdens je onderzoeksproject hebt gebruikt, zoals software die wordt gebruikt om data te genereren en te analyseren.

Ondersteuning

Heb je vragen over onderzoekssoftware, neem dan voor advies contact op met de data steward van je faculteit of met het TU Delft Digital Competence Centre.