In steden die snel groeien komen zowel de natuurlijke als de gebouwde omgeving en de inwoners in toenemende mate onder druk te staan. “Als ontwerpers van steden, publieke instanties, ngo’s en burgerorganisaties meer oog krijgen voor de verschillende functies en vormen van water, zou dit kunnen bijdragen aan een duurzame en rechtvaardige transitie van steden”, aldus programmaleider Taneha Kuzniecow Bacchin. Nederlandse en Indiase onderzoekers uit verschillende disciplines bundelen in het Water4Change-programma hun krachten, zodat slimme planning hand in hand kan gaan met goed bestuur.

Het programma Water4Change (W4C) loopt van 2019 tot 2024 en richt zich op drie secundaire steden op het Indiase subcontinent. Bhuj in het uiterste noordwesten heeft te maken met een droog klimaat. Het meer centraal gelegen Bhopal heeft zich ontwikkeld langs het Upper Lake, dat dienst doet als afwateringsreservoir en belangrijke bron voor drinkwater voor de stad. Het zuidelijk gelegen Kozhikode ligt aan de kust en was als havenstad eeuwenlang een knooppunt in de internationale specerijenhandel. “De geofysische en klimaatomstandigheden in deze steden zijn zeer verschillend,” vertelt de Nederlandse programmadirecteur Taneha Kuzniecow Bacchin, “en toch zien deze en andere secundaire steden zich allemaal gesteld voor grote uitdagingen als snelle urbanisatie en een toenemend risico op overstromingen, watertekorten, vervuiling en daarmee gepaard gaande ruimtelijke ongelijkheid.” Gezien de hedendaagse, met elkaar verweven socio-ecologische trends en de klimaatproblematiek is het van groot belang dat disciplines, die zich bezighouden met ruimtelijk ontwerp, zich herpositioneren. Deze uitdagingen vormen de kern van het onderzoek van W4C.
 

Noodweer

Taneha werd in eerste instantie in haar geboorteland Brazilië geschoold tot architect en stedenbouwkundige en vervolgde haar opleiding in Italië. Ze werkte als stedenbouwkundige bij bureaus in Italië en Denemarken voordat ze naar Nederland kwam voor haar promotieonderzoek naar de aandacht voor overstromingsrisico’s in stedelijke landschapsontwerpen. “Het UNESCO-IHE Delft Institute for Water Education, de faculteit Bouwkunde van de TU Delft en de Bartlett Faculty of the Built Environment van het University College London waren daarbij betrokken.” Tijdens haar wetenschappelijke carrière richtte ze zich op stedenbouwkunde in extreme klimaatomstandigheden, van de noordpoolgebieden tot het zuiden van de aardbol. Omdat ze opgroeide in een stad in een Braziliaanse delta die regelmatig te maken kreeg met noodweer was het risico van overstromingen voor haar een gegeven, legt ze uit. “Dat soort weersomstandigheden hebben zeker gezorgd dat ik daar belangstelling voor kreeg. Sinds die tijd houd ik me bezig met de vraag hoe het risico van milieucrises zich verhoudt tot de gebouwde omgeving.”

We hebben behoefte aan meer kennis over en waardering van verdwenen ontwerpen en infrastructuur.”

Taneha Kuzniecow Bacchin
Foto © Sam Rentmeester . 20230907 . Taneha Kuzniecow Bacchin, BK, TUDelft

Waterbewust ontwerpen

Het concept waterbewust stedenbouwkundig ontwerpen is een kernbegrip. Hierbij wordt de gehele watercyclus in steden, van neerslag tot drinkwater en afwatering, meegenomen in het stedenbouwkundig ontwerp, de planning en het bestuur. Taneha: “We kijken zowel naar het heden als het verleden van waterbeheer en stedenontwerp, en houden daarbij rekening met het landschap en de mogelijkheden die dat biedt om functies te vervullen als het opvangen van overtollig water of de aanvoer van zoet water.”

Het herstel van dit potentieel is een van de manier om waterbewustzijn te bewerkstelligen. “In Bhuj was het pre-koloniale waterstelstel zo ontworpen dat er gedurende de regentijd regenwater werd opgevangen en opgeslagen, wat zorgde voor waterzekerheid en veiligheid. Dit gebeurde via een netwerk van meren, vijvers, bronnen, tunnels en kanalen in de stad en het afwateringsgebied.” De beschikbare ruimte voor het opvangen van water werd echter steeds beperkter door de verstedelijking. Uiteindelijk ging het systeem van waterwinning en wateropslag, dat zo nauw verweven was met het landschap, verloren. 

Daarom is er veel moeite gedaan om het waterbeheer in het verleden van de drie steden in kaart te brengen. “We hebben behoefte aan meer kennis over en waardering van verdwenen ontwerpen en infrastructuur,” stelt Taneha, “inclusief de manier waarop die aansloten op natuurlijke processen en bestuursmodellen. Tot welke ruimtelijke indeling leidde de interactie van land, water en klimaat? Hoe werd de ruimte benut?”

Het Water4Change-consortium doet niet alleen onderzoek naar infrastructuur, bewustzijn, vaardigheden en ruimte die verloren zijn gegaan, maar zoekt ook naar een evenwichtige kennisstroom tussen deze verschillende domeinen. Taneha: “Hoe zitten milieukunde, civiele techniek, landschapsarchitectuur, stedenbouwkundig ontwerp en planning, sociale wetenschappen en beleid elkaar in de weg of ondersteunen ze elkaar juist?” Deskundigen op het gebied van transitiemanagement van het DRIFT Research Institute in Rotterdam houden zich met deze vraag bezig. “Kan een gezamenlijk ontwerpproces met verschillende belanghebbenden, variërend van de autoriteiten in een district en ngo’s tot lokale vissers en rijstboeren, leiden tot een andere houding of ander gedrag dat bijdraagt aan een overgang naar een waterbewuste samenleving?”
 

Culturele context

Door de nog steeds bestaande invloed van het kastensysteem en het naast elkaar bestaan van verschillende talen, spirituele en religieuze waarden en geloofsovertuigingen is India een sociaal en cultureel gelaagde samenleving. Bovendien heeft elke regio in India eigen tradities op het gebied van waterwinning, die samenhangen met de geografische bijzonderheden en unieke cultuur van de regio. Hangt waterbewustzijn ook samen met cultureel bewustzijn? “Absoluut. Analyse van de historische praktijk betekent dat je op zoek gaat naar lokale, vaak inheemse kennis en expertise en je losmaakt van koloniale en postkoloniale ideologieën en methodes die uit een andere context werden overgenomen en geen verband houden met de feitelijke omstandigheden ter plaatse. Bovendien hebben water en de natuur in het algemeen voor velen een spirituele betekenis. Ze worden op een subjectieve manier ervaren en niet slechts als fysieke elementen die gecontroleerd en beheerd moeten worden.” Met deze context moet rekening worden gehouden, benadrukt Taneha. “Via onze gezamenlijke ontwerpsessies met belanghebbenden uit de steden en ons team van wetenschappers, en de onderzoeksprojecten die daaruit voortkomen die worden uitgevoerd door onze dertien promovendi, proberen we steeds trajecten uit te stippelen in de richting van watersystemen in steden die zowel klimaatbestendig zijn als rechtvaardig, en die leiden tot samenlevingen die waarde hechten aan waterbewustzijn. Daarvoor is gezamenlijk veldwerk van essentieel belang.”

Ze vertelt over een bezoek aan een ongerept mangrove-landschap in de buurt van Kozhikode, een hindoe-heiligdom, waardoor de aanwezige westerse onderzoekers meer begrip kregen voor de spirituele waarde van het landschap. “Toen we met het consortium begonnen, konden we elkaar nog fysiek ontmoeten. Door te starten met een ‘zandbakproces’, dus op gelijke voet en met een open mind, werden we al snel een hechte gemeenschap.” Niet lang daarna beperkte de coronapandemie de actieradius. “In 2022, nadat alle beperkingen waren opgeheven, was iedereen zo blij dat we weer op locatie konden werken. Gezien de projectdoelstelling, om optimaal rekening te houden met de lokale omstandigheden in nauwe samenwerking met de belanghebbenden, willen we allemaal ter plaatse zijn.”
 

Water4Change gaat niet alleen over het oplossen van problemen, maar over het gezamenlijk vormgeven van systeemveranderingen.

Taneha Kuzniecow Bacchin

Kompas

Aan het eind van het programma in 2024 worden de resultaten van al het onderzoek en veldwerk op verschillende manieren gepresenteerd. Voor elke stad komen een kader voor transitiemanagement en ontwerprichtlijnen beschikbaar, met daarnaast uitgebreide stadskaarten. Taneha legt uit: “Die kaarten zijn gebaseerd op historische, geografische en ruimtelijke analyses, waardoor ze de interpretatie van het samenspel tussen de samenleving en de fysieke omgeving ondersteunen. Deze dynamische verbanden beïnvloeden de omgang met water, afhankelijk van tijd en ruimte. Kennis van dit samenspel van factoren draagt bij aan het denken over mogelijke richtingen in de toekomst.” Doel van het programma is daarnaast om een geïntegreerd kenniskader op te leveren in de vorm van een open, digitaal platform. Het platform ondersteunt het besluitvormingsproces wat betreft waterbewustzijnstrajecten in secundaire steden in India en in soortgelijke omgevingen. “Het platform koppelt verschillende kennisdomeinen aan elkaar en verbindt de door de programmapartners en belanghebbenden gestelde doelen op het gebied van waterbewustzijn met acties en actoren in elke stad.” Het kader is van toepassing op belanghebbenden van allerlei niveaus, van burgers tot districtsbestuurders, en is via verschillende interfaces toegankelijk voor verschillende groepen gebruikers. “Daardoor kunnen verschillende gebruikers bepalen hoe mogelijke overgangstrajecten verlopen, afhankelijk van hun doelstellingen.” De interface is zeer toepasselijk grafisch vormgegeven als een kompas.

Een sessie over het project tijdens de Water Conference 2023 van de VN en berichtgeving in de media in India hebben bijgedragen aan de verwachte resultaten en impact van het project, aldus Taneha. “Water4Change gaat niet alleen over het oplossen van problemen, maar over het gezamenlijk vormgeven van systeemveranderingen. Onze doelstelling is om tot een nieuw model voor waterbewustzijn en gelijkheidsprojecten te komen.”