Richard Curran

Jongleren met kosten, capaciteit, veiligheid en milieu rondom luchtverkeer

Vliegen verbindt landen en culturen. Volgens de Conventie van Chicago in 1944 wordt de wereld dankzij reizen zelfs een vreedzamere plek. “We moeten het vliegen dus in stand houden, vindt Ricky Curran, hoogleraar Air Transport & Operations (ATO). “Maar niet ten nadele van moeder aarde, dus in een groenere variant.”

(foto: Henri Werij)

Curran is hartstochtelijk gedreven als het om het milieu gaat. Na zijn studie Mechanical Engineering in Belfast werkte hij bij een zonne-energiebedrijf in Spanje. Hij reisde een jaar door India en Nepal en deed vervolgens promotieonderzoek naar een luchtturbine voor een systeem dat energie uit oceaangolven opwekt. “Golfslagenergie leverde in één jaar potentieel honderd keer meer energie op dan Ierland in datzelfde jaar gebruikte. Zeer inspirerend!” Na zijn overstap naar vliegtuigontwerpen promoveerde Curran op de ontwikkeling van efficiëntere vliegtuigen bij Aerospace Engineering in Belfast. Sinds 2008 is hij met veel enthousiasme hoogleraar ATO: “Vrijwel al ons onderzoek is toegepast en komt dus terug in de praktijk. Voor mij persoonlijk is dat een kernwaarde.”

ATO-ethos

Sinds dag één is het ethos binnen ATO werken aan duurzaamheid en het verminderen van milieu-impact bij luchtvaartmaatschappijen, luchtverkeersbeheer en luchthavens. Curran: “Eigenlijk zijn we voortdurend aan het jongleren met kosten, capaciteit, veiligheid en milieu. De hamvraag is wat de juiste mix van deze prestatie-indicatoren is. Daarom ontwikkelen en bedenken wij methoden, tools en modellen. Dit nadenken op systeemniveau vind ik geweldig.” Curran was ook lid van het wetenschappelijk comité van Single European Sky ATM Research (SESAR). Ook hier is het doel de luchtvaart in Europa te optimaliseren in relatie tot diezelfde prestatie-indicatoren.

Op systeemniveau werkte ATO, samen met KLM, aan de gevolgen van een Gemeenschappelijk Europees Luchtruim (SES). “Vroeger was het luchtruim versnipperd, wat vliegtuigen belette de kortste en energiezuinigste weg te volgen. Met een gemeenschappelijk Europees luchtverkeersleidingssysteem lukt het beter het luchtruim optimaal te benutten.” Rondom luchthavens zet ATO hoog in op efficiënter landen en zo min mogelijk emissies. “Een voorbeeld hiervan is glijvluchtnadering (CDA). Bij deze landingsprocedure blijft een vliegtuig zo lang mogelijk op grote hoogte, en daalt dan in een continue lijn naar de landingsbaan. Dit vraagt minder motorvermogen dan de traditionele trapsgewijze landing en beperkt de hoeveelheid geluidsoverlast en brandstofconsumptie.”

Moeder aarde geeft ons gratis schone energie. Laten we het dan ook gebruiken!

Richard Curran

Verder wordt veel werk verricht aan capaciteitsmodellering voor een maximaal efficiënt gebruik van de landingsbanen bij aankomst en vertrek. Denk aan de grondbewegingen van vliegtuigen rondom de terminal. Hoe inefficiënter dit gebeurt, hoe meer brandstof er nodig is en vervuiling en overlast er optreedt. “Er zijn ook diverse studies gaande naar een ‘elektrische taxi’ die vliegtuigen van en naar de terminal kan rijden. Dat scheelt kerosine, en er kan hernieuwbare en dus schone energie worden gebruikt.” Verder gaat de aandacht uit naar verbetering van de luchtkwaliteit en de ‘geluidsvoetafdruk’ van luchthavens, in samenwerking met collega’s binnen de faculteit, zoals van de sectie Aircraft Noise and Climate Effects (ANCE).

Behalve alle elementen van de luchtvaart neemt ATO ook het onderhoud van vliegtuigen onder de loep, van schoonmaakmiddelen tot energiebronnen en efficiency. Zo werkt de afdeling samen met luchthaven Rotterdam Den Haag en andere partijen aan Rotterdam The Hague Innovation Airport. Naast digitale technologie ligt het accent hier onder meer op de toepassing van hernieuwbare energie. “Eind 2018 wil men hier Co2-neutraal werken. Zo wordt een zonnepark van 20 ha naast de startbaan gerealiseerd en wordt onderzoek gedaan naar een Eco Wall: een slimme muur die beschermt tegen uitstoot/lawaai en tevens dient als uitkijkpunt en onderkomen voor onderwijsfaciliteiten en restaurantjes etc., vanuit een holistische aanpak.”

Recycling

Natuurlijk wordt ook naar recycling van materialen en systemen gekeken. Curran: “We willen toe naar ‘cradle to cradle’: hergebruik zonder waardeverlies. Een van onze oud-Master-studenten runt met succes vliegtuigrecyclingbedrijf Aircraft End-of Life Solutions (AELS), dus de eerste resultaten zijn al geboekt. Zelf ben ik van nature een hamsteraar. Ik gooi niks weg in de hoop dat ik het kan hergebruiken. Dat heeft ook te maken met mijn streven naar een schonere wereld. Niet alleen voor nu, maar ook voor de lange termijn!”

De verantwoordelijkheid die Curran voor het milieu voelt, vindt haar oorsprong in zijn jeugd in Ierland. “Ik ben opgegroeid in de natuur. Ik deed niets liever dan klimmen, wandelen en kamperen. Ik heb zelfs een jaar op 4.000 meter hoogte in een primitief Tibetaans dorp in de Himalaya gewoond. Hier in Nederland mis ik natuurlijk de bergen, maar ik hou ook van de natuur hier en wil een leefbare aarde doorgeven aan onze kinderen - en alle toekomstige generaties. Ook oceanen fascineren mij enorm. Ik heb een diep respect voor de kracht en pracht van de ongerepte natuur. Na mijn onderzoek naar energie uit oceaangolven realiseerde ik me dat moeder aarde ons gratis schone energie geeft. Dat is toch fantastisch? Laten we het dan ook gebruiken!”

Prof.dr. R. (Richard) Curran