Hoe besturen, en hebben we toezicht op de bestrijding van cybercriminaliteit in Nederland?

Even voorstellen….

Mijn naam is Simone van der Boon en in de zomer van 2023 heb ik mijn bachelor Technische Bestuurskunde (TB) behaald! Een aantal jaar daarvoor heb ik voor TB gekozen omdat ik vakken als natuurkunde en wiskunde leuk vond, maar ook andere vakken waaronder economie! Daarnaast vond ik het altijd leuk om me bezig te houden en na te denken over actuele problemen en was ik erg geïnteresseerd in de meer sociale kant van technologieën: welke impact hebben zij? Wat is er voor nodig om ze te implementeren in de maatschappij, of waar zou dat juist mis kunnen gaan?

Om je bachelor te behalen schrijf je in je laatste jaar je Bachelor Eindproject (BEP). Dit komt eigenlijk neer op het schrijven van een bachelor scriptie waarbij je zelfstandig onderzoek doet naar een onderwerp dat jou interesseert.

Het kiezen van een onderzoek

Hoewel ik zelf het domein Transport & Logistiek heb gevolgd, begon ik eind 2022 met mijn baantje als onderzoeksassistent binnen de onderzoeksgroep ‘Cybercriminaliteit’ van onze faculteit. Hier vervul ik (ondersteunende) taken voor onder andere PhD’ers en professoren binnen deze groep. Ik deed hier al ontzettend veel kennis op over een thema en het doen van onderzoek, waardoor mijn begeleider dan ook voorstelde om het werk dat ik daar doe te combineren met het schrijven van mijn BEP.

Zelf ging mijn interesse voornamelijk uit naar de governance van cybercriminaliteit. Hoe besturen, en hebben we toezicht op de bestrijding van cybercriminaliteit in Nederland? Iets wat sterk in lijn is met de dingen die je leert bij vakken als ‘Bestuur en Recht’ en de specifieke governance-vakken uit het derde jaar. Met de ervaring die mijn begeleider had als onderzoeker, zijn we samen tot een onderwerp gekomen. Dit werd een kwalitatief onderzoek naar de invloed van prestatieafspraken voor cybercriminaliteit bij Nederlandse opsporingsdiensten.

Ieder jaar moeten de politie en het Openbaar Ministerie voldoen aan bepaalde jaarcijfers (het aantal gevangen ‘cyberboefjes’ en een specifiek aantal onderzoeken), maar wat voor invloed heeft dit precies op het werk dat zij verrichten om cybercrime te bestrijden? Hoe kiezen zij de zaken die ze draaien op basis van deze jaarcijfers en meet dit eigenlijk wel wat er wordt bereikt? Zorgt het voor de meest efficiënte aanpak van cybercriminaliteit, aangezien de pakkans van een cyberboef vaak laag is? Deze vragen heb ik geprobeerd te beantwoorden door interviews af te nemen met onder andere de politie en het Openbaar Ministerie om te achterhalen hoe zij dit ervaren in de praktijk.

 

Het verloop van het onderzoek (Q3 en Q4 in het derde jaar)

Tijdens de eerste fase, het eerste kwartaal van het tweede semester, focuste ik mij op het schrijven van een onderzoeksvoorstel. Hier schrijf je je aanleiding van het onderzoek, welke onderzoeksvragen je wilt beantwoorden en op welke manier. Dat moet natuurlijk goed in elkaar zitten! Dit hebben we veel geoefend in de bachelor van TB, omdat eigenlijk elk project dat je doet geredeneerd wordt vanuit een bepaald probleem en we ook veel rapportages daarover leerden schrijven.

In de tweede fase was het tijd voor het daadwerkelijke onderzoek! Ik begon met het zo genoemde bureauonderzoek, waarbij ik informatie zocht over de taken en verantwoordelijkheden van opsporingsdiensten bij de bestrijding van cybercriminaliteit en welke prestatieafspraken hierop van toepassing zijn. Ook moest er gekeken worden naar de kenmerken van cybercriminaliteit ten opzichte van ‘gewone’ criminaliteit en wat voor invloed dit kan hebben op het draaien van zaken en opsporing. Zo kreeg ik een goed beeld van de huidige situatie, waarna ik personen bij Nederlandse opsporingsdiensten kon vragen naar hun ervaringen in de praktijk.

Met al deze informatie kon ik interviews gaan afnemen om te bepalen of de prestatieafspraken die er zijn, zorgen voor knelpunten. Waar lopen zij tegenaan en wat zou er beter kunnen binnen de governance van de bestrijding van cybercriminaliteit?

 

Mijn ervaring en vervolg

Ik vond mijn BEP ontzettend leuk om te doen! Bij TB doe je veel projectwerk, dus het was eigenlijk erg verfrissend om een keer zelfstandig aan een onderzoek te werken. Wat ik verder leuk vond aan mijn onderzoek is dat ik veel mensen uit de opsporingspraktijk heb mogen spreken die hun perspectieven en problemen waar zij tegenaan liepen met mij hebben willen delen. Dat gaf mij het gevoel dat ik echt maatschappelijke meerwaarde had met mijn bevindingen! Mijn begeleider vond dat ook. Dus zijn we nu, een paar maanden later, aan het kijken of we mijn onderzoek kunnen transformeren tot een wetenschappelijke publicatie!

Ik raad iedereen dan ook aan om een onderwerp te kiezen wat jou interesseert, of te focussen op een methode of techniek die je aansprak binnen de bachelor! En ondanks dat je zelfstandig bezig bent, veel af te spreken met studiegenoten op TB om elkaar te motiveren (en vooral gezellig pauze te houden). Dat maakte voor mij het werken aan mijn BEP extra leuk!