TU Delft Safety & Security Institute – Een Instituut dat Bruggen Bouwt

Een interview met Behnam Taebi en Pieter van Gelder

Nieuws - 09 november 2023

Ongelukken, geopolitieke spanningen en een voortrazende klimaatcrisis. Het zijn slechts enkele van de uitdagingen waaraan het TU Delft Safety & Security Institute nu al tien jaar het hoofd helpt bieden. Is de ietwat technologische benadering een Delftse druppel (geweest) of juist een cruciale bouwsteen? De huidige directeur Behnam Taebi en zijn voorganger Pieter van Gelder blikken terug en kijken vooruit.

text Merel Engelsman photos Sander Foederer
 

Veiligheid is inherent aan engineering. Volgens de overlevering werd er in het Romeinse rijk al rekening gehouden met hoe veilig bruggen waren en hoe je de gebruikers daarvan kon overtuigen. Daarvoor ging de ontwerper/bouwer er dan zelf onder staan wanneer het eerste rijtuig er overheen reed. Niet verwonderlijk dus dat safety (veiligheid) al sinds de oprichting in alle faculteiten van de TU Delft verweven zit. En met de snelle ontwikkeling van technologieën zoals computernetwerken en informatiesystemen, en nieuwe scenario's van kwaadwillig menselijk handelen, is ook security (beveiliging) inmiddels diep in het DNA van de universiteit doorgedrongen.

“Tot tien jaar geleden was het wel een beetje een cultuur van losse eilanden,” zegt Pieter van Gelder, voormalig directeur en hoogleraar Safety Science. “Maar safety & security zijn bij uitstek multidisciplinaire onderwerpen. Om echte stappen voorwaarts te maken is het noodzakelijk om onderzoekers van de verschillende faculteiten te verbinden.” Vandaar dat toen het TU Delft Safety & Security instituut is opgericht, voor het vergroten van zowel de interne slagkracht als de zichtbaarheid naar de buitenwereld toe. “Het is nu een onderling verbonden eilandenrijk,” zegt huidig directeur Behnam Taebi, tevens hoogleraar Energy & Climate Ethics. “En universiteiten, bedrijven en partijen betrokken bij bestuur en beleid weten ons te vinden.”

Safe by Design

In de tien jaar sinds de oprichting heeft het instituut zich aangepast aan de hoge snelheid waarmee de wereld verandert en geprobeerd op die ontwikkelingen vooruit te lopen. Wat niet is veranderd, is dat safety & security vraagstukken in de breedste zin opgepakt worden; van arbeidsveiligheid tot forensisch onderzoek naar de oorzaken van S&S gebeurtenissen, en van geopolitiek tot digitale ontwikkelingen. Van Gelder: “Het gaat erom dat we ongewenste gebeurtenissen in onze samenleving zo veel mogelijk reduceren, zowel de impact als de frequentie daarvan. Het maakt daarbij niet uit of het om toevallige gebeurtenissen (safety) gaat, of om kwaadwillige, intentionele gebeurtenissen (security). De twee domeinen kunnen juist veel van elkaar leren.”

Om techniek dichter bij beleid en bestuur te brengen gaat de TU Delft zich de komende jaren prominenter presenteren in Den Haag

Met het aantreden van het nieuwe bestuur, nu alweer vier jaar geleden, zijn de accenten binnen het instituut enigszins verschoven. Zo werd ervoor gekozen de thema’s methodologisch in te richten en transdisciplinair te werk te gaan, waarbij verschillende wetenschappelijke disciplines worden geïntegreerd om complexe problemen aan te pakken. “Onze thema’s [zie kader] beslaan in principe alle technische vakgebieden, bevorderen interdisciplinaire samenwerking met sociale- en geestes-wetenschappen, en zetten aan tot samenwerking met niet-academische stakeholders,” zegt Taebi. “Het succes van de MOOC Forensic Engineering – het vergroten van veiligheid door te lessen te trekken uit ongevalsonderzoek van wat fout is gegaan –  is een belangrijke reden dat we dit als thema overeind wilden houden. En inmiddels is Safe by Design een van de meest succesvolle thema's, iets waar het instituut om bekend staat. Daar zijn we heel trots op.”

De menselijke maat

Beide directeuren benadrukken dat het onderzoek naar safety & security aan de TU Delft er niet per se heel anders aan toegaat dan op andere universiteiten. “Natuurlijk staan we in Delft stevig in onze technologische schoenen, maar we zien onszelf bovenal als onderdeel van een grote safety & security familie.” zegt Taebi. Dat moet ook, want het bevorderen van veiligheid vereist een combinatie van technische, sociale en geesteswetenschappelijke kennis. Prachtig bijvoorbeeld dat verkeersvliegtuigen op de automatische piloot kunnen vliegen en landen, maar soms moet een piloot na bijvoorbeeld 45 minuten niksen toch plotseling in kunnen ingrijpen. Taebi: “Het verslappen van de aandacht en de sociaal-technische oplossingen om dat te voorkomen zien we in de zelfrijdende auto weer terug. Dat kan vele toekomstige onveilige situaties en ongelukken helpen voorkomen. Daarnaast is er binnen de TU Delft veel werk verzet om een lokale veiligheidscultuur formeel te kunnen onderzoeken – in de cockpit van een verkeersvliegtuig, in de chemische industrie en ook in de zorg.”

Natuurlijk zijn er ook invalshoeken waar de TU Delft bij uitstek met die technische aanpak uitblinkt, zoals de probabilistische benadering van safety & security. Van Gelder: “Die mathematische manier van denken is hartstikke belangrijk. En wat betreft overstromingsveiligheid zou je echt wel over een Delftse benadering kunnen spreken. Maar er wordt inmiddels veel breder gedacht en gewerkt. Ethische aspecten van safety & security staan bij ons net zo goed centraal. Wat is veiligheid nu precies en hoe verhoudt het zich tot andere waarden die we als samenleving belangrijk vinden? Zijn de veiligheidsrisico’s eerlijk verdeeld en wie draagt de formele verantwoordelijkheid als dingen fout lopen?”

Techno-security

Een van de huidige doelstellingen is om met name op het gebied van bestuur en beleid extra bruggen te bouwen. Waar het instituut lange tijd alleen als een dwarsdoorsnijdend virtueel instituut safety & security onderzoek aan de TU Delft samenbracht, is daar sinds kort dan ook een fysieke locatie in politieke hoofdstad Den Haag bijgekomen. Taebi: “Om techniek dichter bij beleid en bestuur te brengen gaat de TU Delft zich de komende jaren prominenter presenteren in Den Haag. Wat ons betreft is dat de stad van Vrede, Recht én Veiligheid. En daar past het onderwerp safety & security uitstekend bij.”

Een punt van aandacht daarbij is dat bij safety-vraagstukken vaak al meteen wordt aangenomen dat het om engineering vraagt, maar dat bij security-vraagstukken in eerste instantie juist naar vakgebieden als rechten, criminologie en psychologie wordt gekeken. “Dat is in zekere zin begrijpelijk, bijvoorbeeld om de intentionele factoren te kunnen begrijpen bij kwaadwillig menselijk handelen,” zegt Taebi. “Maar dat gaat voorbij aan het feit dat elk safety-risico ook een security-component heeft. Iets dat fout kan gaan kun je immers vaak ook forceren.” Denk bijvoorbeeld aan een stroomonderbreker die bij overbelasting schade aan het elektriciteitsnetwerk voorkomt. Hackers zouden die aan kunnen vallen en daarmee de leveringszekerheid van elektriciteit aantasten. Taebi: “Dat brengt wel degelijk risico’s met zich mee. Wat wij als instituut in onze communicatie naar buiten dus steeds proberen te benadrukken is dat een security-vraagstuk net zo goed een engineeringvraag kan zijn, iets waarvoor je zou kunnen ontwerpen.”

Klimaatveiligheid

Met name de oorlog in Oekraïne heeft dit allemaal in een stroomversnelling gebracht. “Security-vraagstukken te over,” zegt Van Gelder. “Voedsel-security, energy-security, water-security, en voor de transitie naar een duurzame economie zijn we enorm afhankelijk van grondstoffen voor de productie van windturbines, zonnepanelen en batterijen. Dat heeft allemaal te maken met strategische autonomie – hoe we die opbouwen en hoe we die blijvend kunnen garanderen.”

Een onderwerp dat in veel gesprekken ter sprake komt, is hoe het instituut zich moet verhouden tot defensieonderzoek. Taebi: “Een algemeen gangbare aanpak of rechtvaardiging is tot nu toe geweest dat wij niks met offensief onderzoek zouden doen, maar meer met defensief. Bijvoorbeeld het verdedigen tegen aanvallen op elektriciteitsnetten of het anticiperen op aanvallen op watersystemen. Maar de scheidslijn tussen offensieve en defensieve maatregelen is heel dun en soms zelfs niet bestaand. Daarnaast is de geopolitieke werkelijkheid om ons heen ook aan het veranderen.”

Met weersomstandigheden die steeds extremer worden, is klimaatveiligheid ook een onderwerp dat heel hoog op de agenda staat. Denk aan de veiligheidsaspecten van droogte, bijkomende migratiestromen, of de eventuele oorlogen die om water kunnen gaan plaatsvinden. “Traditioneel zijn dit onderwerpen die wederom voornamelijk vanuit de sociale en geesteswetenschappen worden benaderd,” zegt Taebi. “Vanuit mijn primaire rol als ethicus en dus als geesteswetenschapper zal ik daar niet snel tegenin gaan. Maar ik ben ook ingenieur en ik zie dat je dit soort vraagstukken niet los van elkaar moet zien. Het is om die reden dat we recent het TU Delft Climate Safety & Security Centre (CASS) hebben opgericht – een nieuw centrum in Den Haag. Het intellectuele denkwerk voor dit centrum is deels voortgekomen uit het werk binnen het Safety & Security Institute, maar is ook deels een verbreding en deels een herpositionering.”

Meer relevant dan ooit

En dan is er nog de toekomst, en hoe de twee directeuren daarnaar kijken. Van Gelder: “Als we de COVID-19 pandemie en de oorlog in Oekraïne als uitschieters beschouwen, dan is de wereld er het afgelopen decennium veiliger op geworden, een trend die we graag voortgezet zien.” Taebi haakt daarop in, met de stelling dat voortzetting van de trend wel steeds meer inspanning zal vergen omdat de uitdagingen op het gebied van klimaat, energie en duurzaamheid alleen maar groter zijn geworden. “En de oorlog in Oekraïne heeft echt veel veranderd. Je hoeft tegenwoordig weinig moeite te doen om de relevantie van safety & security-onderzoek uit te leggen.”

Bij al deze grote maatschappelijke uitdagingen wordt qua oplossingen (terecht) veel verwacht van technische ontwikkelingen om toch een continue basis van veiligheid te kunnen aanbieden. Daarnaast voorzien beide directeuren ook dat techniek zelf een meer prominente rol zal gaan opeisen als onderdeel van het probleem. Taebi denkt daarbij onder andere aan semi-autonome systemen, zoals zelfrijdende auto’s. Van Gelder ziet met heel veel belangstelling, en ook met zorgen, de ontwikkelingen op het gebied van AI (kunstmatige intelligentie) tegemoet. “Dat gaat zo hard. Een half jaar geleden had ik bijvoorbeeld niet zien aankomen dat zoiets als chat-GPT zo'n krachtig hulpmiddel kan zijn. En in een toch al gepolariseerde samenleving zou dat behoorlijk ontwrichtend kunnen zijn.”

Linksom of rechtsom, technologie zal een belangrijke rol (blijven) spelen bij de staat van safety & security in de wereld van straks. En daarbij is zowel behoefte aan wetenschappers die context en perspectief schetsen als aan wetenschappers die nieuwe toepassingen en oplossingen bedenken. Taebi: “We zien het Safety & Security Institute dan ook als platform waarop beide types wetenschappers gewenst en welkom zijn.”