Duurzame gebiedsontwikkeling vraagt om selectie en samenwerking

Hoe creëer je bij gebiedsontwikkeling meerwaarde voor de omgeving en zorg je tegelijkertijd dat de publiek-private samenwerking soepel verloopt? Onderzoeker Tom Daamen brengt bij projecten voor het inrichten van stedelijke gebieden inhoud en proces samen. Voor de herontwikkeling van de Ring Rotterdam ontdekte hij – samen met de betrokken partijen – al in de onderzoeksfase de meest kansrijke oplossingsrichtingen.    

De bouw van een miljoen woningen, de energietransitie, duurzame mobiliteit, ruimte voor de natuur. Bij de inrichting van onze leefomgeving staan we in Nederland voor behoorlijk wat opgaven. Zaken die ook nog eens zo goed mogelijk gecombineerd moeten worden. En dat is lang niet altijd even makkelijk, zegt Tom Daamen, Associate Professor Urban Development Management. “Niet alleen het integreren van deze opgaven in het ontwerp, maar ook goede samenwerking bij het uitvoeren van de plannen is een flinke uitdaging. Iedere partij heeft weer eigen doelen en een andere manier van werken.” 

Proces en inhoud verbinden
Een van zijn taken binnen zijn onderzoeksdomein gebiedsontwikkeling is volgens Daamen om samenhang te brengen tussen inhoud en proces. “Het maken van die verbinding spreekt me erg aan. Aanvankelijk was ik vooral geïnteresseerd in architectuur en stedenbouw: het ontwerpen van gebouwen en gebieden. Daarom ben ik ooit Bouwkunde gaan studeren. Inmiddels houd ik me vooral bezig met de organisatie daaromheen. Hoe komt een project van de grond, hoe werkt het proces en hoe creëer je goede publiek-private samenwerking? Wat daarbij erg helpt is dat ik me goed kan inleven in verschillende posities en belangen.”    

Worsteling lokale overheden
Een probleem dat Daamen bij projecten rondom gebiedsontwikkeling tegenkomt, is dat lokale overheden het lastig vinden een volwaardige partner te zijn. “Met name bij gemeenten ontbreekt vaak de capaciteit. De afgelopen tien jaar is er veel bezuinigd, terwijl er veel op hun bordje ligt. Bij projecten hebben ze bijvoorbeeld te maken met allerlei partijen die willen meepraten, maar ze mogen niemand voortrekken. Ook moeten ze zorgen voor voldoende innovatie, terwijl uitvoerende partijen vaak liever kiezen voor bestaande oplossingen. En dan moet alles ook nog eens betaalbaar blijven.”

Herinrichting Ring Rotterdam
Een belangrijk onderwerp bij de inrichting van stedelijk gebied is bereikbaarheid. Zonder goede infrastructuur is het immers lastig voor inwoners om zich van A naar B te bewegen en de stad te verbinden met de rest van het land. Afgelopen jaar was Daamen betrokken bij de planvorming rond de herontwikkeling van de Ring Rotterdam, een rijksweg die nodig moet worden gerenoveerd. “Belangrijkste vraag is hoe we met publiek-private samenwerking niet alleen de weg verbeteren, maar ook oog hebben voor duurzame energie, woningbouw en natuurversterking. Door deze opgaven te koppelen creëer je meer kwaliteit en waarde voor de omgeving.” 

Oplossingsrichtingen al tijdens onderzoek
Vanwege het combineren van opgaven en de betrokkenheid van een groot aantal publieke en private partijen (zie kader) is het project in Rotterdam in potentie rijp voor een integrale aanpak. Om de mogelijke samenwerking tussen partijen te onderzoeken, koos Daamen voor een actie-georiënteerde onderzoeksmethode. “Normaal gesproken schrijf je na een onderzoek een rapport met aanbevelingen. Dat belandt vervolgens vaak ergens in een la. Om dat te voorkomen hebben we onze oplossingsrichtingen voor het project al tijdens het onderzoek besproken met betrokken partijen.”

Sneller kansrijke oplossingen in beeld
Het voordeel hiervan is volgens Daamen dat je aanbevelingen direct kunt toetsen en aanscherpen en zo sneller in beeld krijgt waarom bepaalde oplossingen kansrijk zijn en andere niet. “Het komt regelmatig voor dat aanbevelingen in de praktijk niet haalbaar of werkbaar zijn. Bijvoorbeeld omdat ze te complex of te duur zijn of schuren met politiek of regelgeving. Wanneer je onderzoeksbevindingen direct bespreekt, voorkom je zulke blokkades. Zo kwamen we in Rotterdam op drie manieren waarop de partijen de Ring het beste kunnen herinrichten. Welke uiteindelijk de beste is, zal de komende jaren moeten blijken. De aanpak viel in ieder geval erg goed bij de betrokkenen.”
 

Leren van andere projecten
Dat publiek-private samenwerking nog niet overal soepel verloopt, bleek bij de Spoorzone in Delft, een project dat tien jaar geleden begon. Met onder andere een stadspark, waterwegen, woningen, kantoren en een weg over de spoortunnel is inmiddels prachtige kwaliteit en waarde voor de omgeving rond station Delft gecreëerd. De publiek-private samenwerking viel gedurende het proces echter volledig uit elkaar. Daamen: “Dat kwam onder meer door slechte afspraken en irreële verwachtingen. Ook vielen de kosten veel hoger uit dan begroot. Dit zijn goede lessen voor nieuwe projecten.”

En-en kan niet meer
Wat verder helpt bij publiek-private samenwerking is dat je als overheid erkent dat het niet altijd en-en kan zijn, zegt Daamen. “Je kunt niet alles regisseren, de oplossingen bedenken en ook nog eens alles bekostigen. Overheden moeten op zoek naar nieuwe manieren voor het genereren van geld, bijvoorbeeld door marktpartijen te laten mee-investeren. Ook moet de overheid een goede kennisinfrastructuur organiseren, zodat lessen en innovaties sneller breed bekend en verspreid worden. Dat kan bijvoorbeeld door samen te werken met universiteiten, zoals nu gebeurt in Rotterdam.”

Niet alles meteen integreren
Als het gaat om het combineren van inhoudelijke opgaven is het volgens Daamen belangrijk om in het begin selectief te zijn. “Als je meteen alles wilt meenemen gaat het nooit lukken. Breng eerst een klein aantal voorwaardelijke opgaven samen, wetende dat je daar in het verloop van het proces andere opgaven in moet verweven. Begin bijvoorbeeld met woningbouw en mobiliteit. In een later stadium bepaal je dan welke energie- of natuuroplossingen je toepast. Een lastig punt is wel dat de wet nu voorschrijft dat plannen vooraf al van A tot Z duidelijk moeten zijn. Ook de wetgeving moet dus met de tijd mee.”
 

Het project aan de Ring Rotterdam is een samenwerking tussen diverse publieke en private partijen: vanuit de overheid het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (de opdrachtgever), Rijkswaterstaat, de provincie en de gemeente Rotterdam; aan de private kant de bouwers, projectontwikkelaars, woningcoöperaties en ontwerpbureaus.
Verder zijn TU Delft als kennisinstelling en de Vereniging Deltametropool bij het project betrokken.