Het is einde dag, je toert lekker in de auto naar huis als plots na een fikse regenbui de ondergaande zon recht in je ogen schijnt. Verblind probeer je de auto binnen de lijnen te houden, maar dat valt niet mee! Ineens voel je het lane keeping systeem van de auto ingrijpen. Pfiew, dat was op het nippertje…

Het weer en andere omstandigheden kunnen de zichtbaarheid van wegmarkeringen sterk beïnvloeden. We kunnen daarbij wellicht niet altijd vertrouwen op ingrijpen door onze auto’s... Master student Civil Engineering, Mathijs den Otter, besloot een methode te onderzoeken voor het testen van de zichtbaarheid van wegmarkeringen waarbij hij rekening houdt met externe invloeden zoals een laagstaande zon of regen op het wegdek. Voor zijn MSc thesis creëerde verschillende situaties op een race track!

Wat heb je precies onderzocht?

De detecteerbaarheid van verschillende soorten wegmarkeringen onder allerlei omstandigheden. Wegmarkeringen zijn te detecteren door Lane Keeping Assistance (LKA) systemen in je auto, die vervolgens je auto binnen de rijbaan houden. Er zijn situaties te bedenken waarbij de camera’s en sensoren in je auto de markering niet meer herkennen, bijvoorbeeld in het donker, in de regen en met tegenliggers.  Dit heb ik op een testbaan met verschillende auto’s en camera’s uitgetest om te onderzoeken welke markeringen niet meer te detecteren zijn onder bepaalde omstandigheden.

Waarom is dit belangrijk?

Er zijn situaties waarbij ongelukken voorkomen kunnen worden door het LKA systeem in je auto. Denk bijvoorbeeld aan een regenachtige nacht waarbij je moe bent en op een N-weg rijdt. Je ziet een bocht niet aankomen en beland met je auto in de berm. Als je auto op zo’n cruciaal moment kan ingrijpen en zichzelf binnen de rijbaan houdt, kan dat dus een ongeluk voorkomen. Natuurlijk kan het ook zo zijn dat de bestuurder het systeem uit heeft staan, dus het is geen garantie op het voorkomen van ongelukken, maar kan wel bijdragen aan de veiligheid.

Hoe zag je onderzoek eruit?

In eerste instantie was ik geïnteresseerd in tests met betrekking tot de zichtbaarheid van wegmarkeringen. In de bestaande literatuur bleek dat er verschillende onderzoeken waren gedaan met simulators of op de openbare weg. De zichtbaarheid van markeringen voor LKA systemen is niet te testen in een simulator aangezien je hier vooral menselijke reacties en gedrag kan onderzoeken. Op de openbare weg zijn tests uiteraard heel realistisch, alleen zijn de omstandigheden niet geconditioneerd en moet je het doen met de situaties die je tegenkomt. Daarom was het gebruik van een testbaan waar je verschillende situaties kan creëren een goede optie. Van tevoren is besproken wat er mogelijk was qua variabelen en wat er juist niet zou veranderen. Op de RDW testbaan in Lelystad hebben we 4 verschillende wegmarkeringen uitgetest. Op stroken van zo’n 200 meter lang zijn we met 3 verschillende auto’s gedurende dag en nacht gaan rijden. Op de baan waren ook lantaarnpalen en was een systeem aanwezig om de baan nat te maken. Met camera’s gericht op het dashboard en op de weg heb ik opnames gemaakt om te kijken wanneer het LKA systeem het wel of niet deed. Ter plekke hebben we met meetapparatuur ook metingen verricht aan de markeringen. Hiermee kan bepaald worden hoe groot het contrast is met het asfalt en hoe goed de zichtbaarheid is als er licht op schijnt. Na afloop heb ik alle camera beelden gesynchroniseerd en bekeken om de resultaten van detectie te noteren in tabellen. Dit leverde een aantal Excel sheets op waar alle data van alle runs in staat. In totaal zijn er meer dan 400 runs gereden. Vervolgens zal ik deze resultaten gaan analyseren om te kijken naar het verband tussen verschillende variabelen en de invloed op de detecteerbaarheid.

Waar keek je van tevoren het meest naar uit?

De dagen op de testbaan in Lelystad. We zijn hier twee volle dagen geweest van 16:00 tot 2:00 met zo’n 10 tot 15 mensen per dag van verschillende organisaties die betrokken waren bij het onderzoek. Het was mooi om te zien dat op deze dagen alles qua voorbereidingen gelukt was en dat iedereen bij elkaar kwam. Het weer was ook ideaal, dus dit maakte het twee geslaagde dagen.

Wat was de grootste uitdaging?

Het opzetten van het onderzoek, doordat er vele partijen bij betrokken waren. Hierdoor moest ik veel praktische zaken regelen en afstemmen, zoals de huur van de testbaan. Verder moest het ook droog zijn, omdat het anders eigenlijk niet mogelijk is om markeringen aan te leggen. Gelukkig was het goed weer goed en verliep alles soepel met het aanleggen van de markeringen.

Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd?

Hoe je met meerdere betrokken partijen effectief een onderzoek opzet en er vaart in krijgt. Je bent daar namelijk zelf voor verantwoordelijk, en als je dit oppakt dan merk je dat iedereen enthousiast is over het onderzoek wat uitgevoerd wordt. Je moet ook flexibel zijn, aangezien niet alles exact gaat zoals je van tevoren hebt uitgedacht. Ik heb geleerd dat je dat los moet laten en soms zaken aan moet passen omdat er iets niet mogelijk blijkt te zijn.

Waar heb je het meest van genoten?

Het in elkaar vallen van de puzzelstukjes. Dit klinkt wat abstract, maar aan het begin zag ik het hele onderzoek als een soort grote berg waarvan ik nog niet echt een idee had waar je moest beginnen met klimmen. Stapje voor stapje kom je steeds verder en voelt het alsof er puzzelstukjes op zijn plaats vallen. Samen met uiteraard de testdagen zelf, is dit een prettig gevoel omdat je voelt dat je gedurende het proces meer grip krijgt op je onderzoek.

Hoe gaat het onderzoek nu verder?

Het onderzoek is onderdeel van het SAMEN project waarin meerder afstudeerders en PhD’ers onderzoek hebben gedaan. Dit project wordt dit jaar afgerond, maar in de toekomst zal er nog genoeg onderzoek worden verricht naar automatische voertuigen en systemen in auto’s. Specifiek voor dit onderzoek is het interessant om verder te onderzoeken wat de invloed is van de invalshoek van verlichting van tegenliggers en straatverlichting op de camera’s. Ook kan het nuttig zijn om dezelfde soort tests uit te voeren maar dan volledig gefocust op de bestuurder. Wat als bijvoorbeeld het LKA systeem de markering niet herkent, of de bestuurder het systeem heeft uitgeschakeld? Ervaren bestuurders de zichtbaarheid van markeringen dan op dezelfde manier als LKA systemen, of gelden er andere criteria? Daarnaast is iedere bestuurder natuurlijk anders, oudere bestuurders zullen wellicht minder zicht hebben, maar rijden over het algemeen ook voorzichtiger. Voor een camera maakt de snelheid niet uit. Het is interessant om dit nader te onderzoeken bij vervolgonderzoek.

Wat zijn je eigen plannen?

Momenteel werk ik voor een databedrijf in de sportwereld. Dit is iets totaal anders dan Civiele Techniek en ik zou beide graag combineren. Ik weet nog niet exact hoe ik dit ga invullen qua uren. Nadat ik afgestudeerd ben, wil ik eerst op vakantie naar Zuid-Amerika. Ik denk dat het sowieso altijd een goed idee is om je tijd te nemen om te bekijken wat je wil doen. Zodat je niet ergens begint waar je het uiteindelijk niet naar je zin hebt.


Studie gerelateerd

Waarom heb je voor Civiele Techniek gekozen? En voor Transport en Planning specifiek?

Civiele Techniek is een enorm brede opleiding. Na de middelbare school wist ik eigenlijk nog niet exact wat ik wilde gaan doen, dus het leek me een goede keuze om breed in te zetten en ik vond de grote projecten altijd wel fascinerend. Ik kwam er tijdens de bachelor wel achter dat ik geïnteresseerder was in de dynamische kant van Civiele Techniek, dus eigenlijk alles wat beweegt en waar een stroming in zit. Ik twijfelde dan ook om iets met water of transport te gaan doen, maar Transport en Planning sprak me meer aan omdat je dat eigenlijk overal om je heen tegenkomt. Het is daarmee heel zichtbaar, terwijl je dat als gebruiker niet altijd door hebt, behalve dan als je trein weer eens vertraagd is of je in de file staat.

Welke kennis vanuit je bachelor Civiele Techniek kwam goed van pas?

Vooral kennis die je onbewust hebt opgedaan, zoals analytisch nadenken over problemen, het schrijven van rapporten, en samenwerken met verschillende mensen en partijen.

Welke onderdelen vanuit je MSc Civil Engineering kon je toepassen?

Afstuderen is iets heel anders dan het volgen van vakken en tentamens doen en dat heb ik wel gemerkt. Je hebt wel bepaalde vaardigheden nodig die je leert bij vakken, maar er is ook heel veel specifieke kennis die ik niet nodig heb gehad. Het opzetten van een onderzoek, vergaren van data en hoe dit te verwerken is wel hele nuttige kennis die ik heb opgedaan. Zo zijn er wel een aantal vakken geweest waarbij je qua rapportage en onderzoeksopzet eigenlijk al een soort mini-thesis aan het doen was. Dat heeft wel geholpen bij het opzetten van mijn onderzoek.

Mathijs den Otter

Master Programma:
Civil Engineering

Nieuwsgierig naar wat Mathijs nu doet?

SAMEN project

Lees meer over het SAMEN project

Betrokken partijen

TU Delft
Royal Haskoning DHV
3M
Triflex
RDW
Rijkswaterstaat (RWS)
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat