Koninklijke onderscheiding voor Jaap Harlaar en Maarten van der Elst

Nieuws - 26 april 2022 - Webredactie 3mE

Tijdens de jaarlijkse lintjesregen ontvingen hoogleraren Jaap Harlaar en Maarten van der Elst vandaag een koninklijke onderscheiding.

Jaap Harlaar, hoogleraar Klinische Biomechatronica en opleidingsdirecteur Klinische Technologie / Technical Medicine aan de faculteit 3mE, is onder andere geridderd voor zijn initiatief ‘Operation Air’ tijdens de start van de Covid Lockdown. Samen met studenten Klinische Technologie en Biomedical Engineering werkte hij aan een oplossing voor het toen dreigende tekort van beademingsapparatuur. Maarten van der Elst, traumachirurg in het Reinier de Graaf ziekenhuis en hoogleraar klinische patiënt veiligheid en efficiency aan de faculteit 3mE, ontving de onderscheiding voor zijn bijdrage aan het verbinden van de medische en technische wereld en de manier waarop hij dit doet. Als geen ander weet hij waardevolle en wetenschappelijke en onderwijssamenwerkingen op te zetten en uit te bouwen.

Jaap Harlaar is benoemd tot Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw.
Harlaar ontving de onderscheiding voor deze bijzondere persoonlijke prestaties: 

Tijdens de eerste Covid Lockdown werkte Jaap Harlaar samen met een studententeam aan de ontwikkeling van een snel te produceren beademingsapparaat; project ‘Operation Air’. Onder zijn bezielende leiding was het team in staat om binnen een periode van drie weken een werkend beademingsapparaat te ontwikkelen. Hierbij speelde Harlaar een essentiële rol als aanspreekpunt voor de klinisch specialisten, de bedrijven en de studenten. Het inhoudelijke succes en de positieve uitstraling van het “Operation Air” programma richting de zorg en het publieke domein is daarmee in hoge mate zijn verdienste.

Daarnaast focust Harlaar zich voor het merendeel van zijn loopbaan op het ontwikkelen van diagnostische procedures en technieken ten behoeve van de behandeling van loopstoornissen bij kinderen en volwassenen. Zowel nationaal als internationaal zet hij zich in voor de bevordering van de samenwerking op dit gebied.

In zijn rol als opleidingsdirecteur Klinische Technologie / Technical Medicine droeg Harlaar tevens in hoge mate bij aan de uitbreiding van de samenwerking tussen techniek en kliniek en een succesvol opleidingsprogramma. De opleiding Klinische Technologie/Technical Medicine is inmiddels uitgegroeid tot een opleiding die een categorie clinici van de toekomst opleidt: behandelaars die niet alleen de patiënt, maar ook de behandelingsapparatuur van binnen en van buiten kennen. 

Maarten van der Elst is benoemd tot Officier in de orde van Oranje-Nassau. 
Van der Elst ontving de onderscheiding voor deze bijzondere persoonlijke prestaties: 

Vanwege de grote waarde die de TU Delft hecht aan de samenwerking met het klinische veld startten TU Delft en het Reinier de Graaf ziekenhuis in 2019 de nieuwe Reinier de Graaf   leerstoel ‘Technologie ter verbetering van de zorg’. Maarten van der Elst is de eerste persoon die deze leerstoel bekleedt. Naast zijn werk als chirurg in het Reinier de Graaf ziekenhuis is Van der Elst al meer dan tien jaar betrokken bij verschillende onderzoeksprojecten van de TU Delft.  Met zijn zeer positieve en stimulerende benadering van onderzoekers, studenten en collega’s in de zorg draagt hij in hoge mate bij aan de verbinding tussen de medische en technische wereld. Zijn oog voor klinische toepasbaarheid en praktische haalbaarheid van deze waardevolle samenwerkingen is hierin cruciaal om de daadwerkelijke verbeteringen voor de patiënt, zorgmedewerker en maatschappij verder te brengen. 

Van der Elst stond onder andere aan de basis van de inrichting van een onderzoeks-operatiekamer in het Reinier de Graaf. Deze operatiekamer maakt het mogelijk om metingen uit te voeren zonder te hoeven storen tijdens een behandeling. Daarnaast was hij nauw betrokken bij de ontwikkeling van DORA, de Digitale Operatiekamer Assistent. Dit systeem bewaakt en controleert in alle operatiekamers de medische apparatuur, waardoor operaties veiliger uitgevoerd kunnen worden en er meer tijd besteed kan worden aan de patiënt.