Je bent een student of toerist en je komt in een nieuwe stad. Hoe vind je de weg? En in hoeverre helpen ‘landmarks’ daarbij, zoals bruggen, kerken en andere gebouwen met unieke eigenschappen? Om daarachter te komen bevestigde Lara Zomer, PhD bij Transport & Planning, gps trackers aan 250 fietsen van The Social Hub in Amsterdam.

Zomer legt uit dat er vanuit literatuur een beperkt aantal manieren zijn geïdentificeerd waarop mensen zich oriënteren in een stad. “De één let op richtingen: noord en zuid, oost en west. De ander oriënteert zich op gebouwen. En tot slot zijn er mensen die navigeren op basis van hun straten- en routekennis.” En daar begint de onderzoeksvraag van Zomer. “Zie je die drie navigatiestrategieën terug in de data? Zijn er nog andere mogelijkheden, of combineert men misschien strategieën met elkaar?”

Amsterdam of New York

Aan dit experiment doen studenten uit allerlei verschillende landen mee. Zij nemen hun voorkeur voor een bepaalde navigatiestrategie mee naar Amsterdam. Zomer: “De stad waar ze vandaan komen kan vergelijkbaar zijn met Amsterdam, of juist heel anders. Iemand uit Kopenhagen is gewend aan een oud stadscentrum. Kom je uit New York, een moderne stad met allemaal rechte straten, dan zijn al die oude gebouwen, gekronkelde straten en grachten echt wat anders. Je zal je navigatiestrategie aan moeten passen. Hoe makkelijk is dat? Ben je flexibel, of houd je vast aan je strategie. En werkt dat?”

Het uiteindelijke doel is om toeristen goede informatie over de stad te kunnen geven. Informatie die past bij hun manier van navigeren.  Of juist informatie die ze aanleert wat in die stad de beste navigatiestrategie is. Voor Amsterdam geef je bijvoorbeeld de tip: loop langs die en die gebouwen, of: volg de grachten. Zomer: “De vraag is of dat werkt. Heeft een toerist er baat bij? Je wilt graag dat iemand zelf de weg kan vinden, en niet steeds op een app hoeft te kijken.”

The Social Hub

Hoe kom je aan grote hoeveelheden data van mensen die ergens nieuw zijn? Via het AMS Insitute (Advanced Metropolitan Studies) en de Wageningen Universiteit kwam Zomer in contact met The Student Hotel, die beschikt over een enorme fietsenvloot. “In Amsterdam hebben ze in totaal 600 fietsen. Iedere student die in het hotel verblijft, krijgt een fiets ter beschikking.” Daarnaast zijn er ook nog 100 fietsen die gehuurd kunnen worden door toeristen die in het hotel overnachten. En dat maakte het voor The Social Hub ook interessant om mee te doen. “Al die fietsen moeten ergens geparkeerd worden, en dat neemt veel ruimte in. Terwijl niet iedere student gebruik maakt van de fiets. Bijvoorbeeld omdat het slecht weer is, of omdat iemand nog niet heeft geleerd om te fietsen. Door dit onderzoek kunnen ze ontdekken of ze ook met minder fietsen toe kunnen.” De gps maakt het bovendien in sommige gevallen mogelijk om gestolen fietsen te traceren. “Het zijn allemaal Van Moof-fietsen. Dat zijn hele populaire fietsen, die dus ook vaak gestolen worden.”

Gps aan 250 fietsen

Voordat het experiment kon starten, moesten de 250 fietsen eerst worden uitgerust met gps. Zomer: “Dat was best een klus, want alles is zelf geïnstalleerd. Gelukkig kreeg ik hulp van twee technici. Samen konden we 30 tot 40 fietsen per dag klaar maken. De gps is zo bevestigd dat hij oplaadt als je fietst. En we hebben het netjes weggewerkt onder het zadel.” De hele zomer hebben allerlei toeristen meegedaan. Daarna kon Zomer van start met de studenten gedurende een periode van 5 maanden, en daarna nog een keer met een nieuwe groep studenten, weer 5 maanden. Vooral van die tweede groep verwacht Zomer veel. “De helft van al die studenten heeft namelijk nog nooit op een fiets gezeten, en na de zomer was er veel storm en regen. Dat moedigde niet aan om met fietsen te beginnen. En als je eenmaal andere manieren hebt gevonden om ergens te komen, wordt de drempel misschien ook steeds hoger. De tweede groep start in het voorjaar – ik duim voor beter weer!”

Zomer was verrast door het enthousiasme van studenten om mee te doen aan haar onderzoek. Tijdens de aankomstdagen stond Zomer met een aparte stand bij de ingang van de fietsenstalling. “Ik gaf uitleg over mijn onderzoek en vroeg of ze mee wilden doen. Vrijwel iedereen wilde wel een van de gps-fietsen. Ze stonden in van die rekken met een stalling onderin en een stalling bovenin. Normaal gesproken wil iedereen altijd een fiets onderin, vanwege het gemak.” Maar op een gegeven moment waren de gps-fietsen onderin op. “Studenten die later kwamen hadden dus de keuze tussen een gewone fiets onderin of een gps-fiets bovenin. Tot mijn verbazing zeiden ze bijna allemaal: dan neem ik toch maar een fiets van boven.”

Gepubliceerd: december 2017