V.O. (Vincent) Bonnin PhD

V.O. (Vincent) Bonnin PhD

Profiel

Biografie

Ik ben gepassioneerd door duurzaam vliegen sinds ik in mijn tienerjaren zweefvliegtuigen begon te vliegen, waarbij ik atmosferische convectieverschijnselen boven het Franse zuidwestelijke landschap uitbuitte.

Na mijn afstuderen ben ik begonnen aan een PhD waarin ik de haalbaarheid bestudeerde om leiding te vinden in het soaren van albatrossen met het oog op UAV-vluchten over lange afstand. Albatrossen slagen erin energie te halen uit de onderste grenslaag van de atmosfeer door dynamisch te vliegen. Dit project leidde tot een post-doctoraal onderzoek dat zich richtte op de haalbaarheid om dergelijke vluchten uit te voeren aan de lijzijde van heuvels die aan de wind zijn blootgesteld.

Later ben ik in dienst getreden bij een venture-gesteund bedrijf op het gebied van Airborne Wind Energy (AWE). AWE is gericht op het oogsten van windenergie door het gebruik van vastgemaakte vliegers, en vertoont als zodanig veel gelijkenissen met dynamisch zweefvliegen. De extra kinetische energie die albatrossen oogsten, stelt hen in staat grote afstanden af te leggen en hun scharrelkansen te maximaliseren, terwijl AWE-systemen deze energie omzetten in elektrische energie. Als conceptueel ontwerper heb ik de belangrijkste prestatietrends van getuide vliegtuigen geschetst en bijgedragen aan de dimensionering en analyse van een toekomstig concept op nutsschaal.

Ik ben bij TUDelft in dienst getreden om het potentieel van hybride elektrische vliegtuigen (HEA) in verschillende vliegtuigklassen te onderzoeken, als onderdeel van het CHYLA-project (Credible Hybrid eLectric Aircraft). Het project heeft tot doel een overzicht te geven van de mogelijkheden en beperkingen van HEA in verschillende vliegtuigklassen, om te begrijpen welke radicale vliegtuigen het eerst zouden kunnen vliegen en hoe de rijping van de gebruikte technologie de evolutie naar verschillende schalen en bredere toepassingen zou sturen. Om dat inzicht achteraf te verkrijgen, zullen de verwachte prestaties van HEA met verschillende technologiecombinaties worden bepaald, voor verschillende aannames betreffende de in 2035 beschikbare technologieniveaus. Elke vliegtuigklasse wordt gekenmerkt door eisen op topniveau, terwijl aan de technologische kant elke combinatie bestaat uit een koppeling tussen een aandrijflijnarchitectuur en een voortstuwingsontwerp. Met deze radicale technologieën wordt rekening gehouden met een aangepast instrument voor voorlopige dimensionering dat in de loop der jaren aan de TUDelft is ontwikkeld.

Lees meer