In groepjes van vier lopen ze door de straten van de wijk Wippolder, achtstegroepers van de Cornelis Musiusschool onder begeleiding van TU studenten Matthijs en Joël. Hun handen hebben ze vol zelfontworpen flyers en bloemenzaadjes. Bij huizen met weinig groen in de tuin bellen ze aan. “Dag meneer, wij willen de wijk groener maken. Hier heeft u wat bloemenzaadjes voor in de tuin,” zeggen ze terwijl ze een flyer uitdelen. Ook bewoners met een groene tuin krijgen een flyer. “Deze tuin is al heel mooi! Alstublieft, nog meer bloemenzaadjes voor een nog groenere wijk.”

Het basisschool project van Stichting Move

Matthijs, student technische bestuurskunde, en Joël, die inmiddels zijn master heeft behaald aan dezelfde faculteit en daarvoor ook nog technische natuurkunde had gestudeerd, vonden het online studeren en werken wel mooi geweest toen ze zich aanmelden voor het basisschool project van Stichting Move.

“De stichting richt zich met dit project op kinderen uit met name Buitenhof, Voorhof, Tanthof, Wippolder en Voorkdijkshoorn. Onder begeleiding van studenten gaan de kinderen zelf aan de slag om hun wijk mooier te maken,” legt Matthijs uit. “Hierbij zijn twee aspecten heel belangrijk. Allereerst de uitwisseling van leefwerelden, waarbij zowel de studenten als de kinderen een kijkje krijgen in elkaars leven, en daarnaast is het belangrijk dat de kinderen echt de baas zijn over hun oplossing die ze aandragen voor de wijk.”
“Dat zorgt voor een mooie positieve impact op het leven van een kind,” geeft Joël aan. “En dat was een grote motivatie om mee te doen aan dit project van Stichting Move.”

Een week lang elke dag voor de klas

“In verband met de planning van de Cornelis Musiusschool werd ons project uitgevoerd in één week tijd,” zegt Matthijs. De jongens stonden die week ongeveer anderhalf uur per dag voor de klas.

“Vier van de vijf dagen hebben we ons gericht op het plan voor de wijk. Je moet je voorstellen dat we de eerste dag vooral kennis hebben gemaakt en voorbereidend werk hebben gedaan voor het buurtonderzoek van de volgende dag. De  kinderen hadden zelf van tevoren al  ‘Natuur en Milieu’ als thema voor hun wijk gekozen,” vertelt Joël. “De laatste twee dagen stonden in het teken van de uitwerking van de flyer, met tips van de kinderen om de wijk groener te krijgen, en het verspreiden hiervan.

Een uitstapje naar het studentenleven

“En dan hadden we halverwege de week ook nog een moment om de kinderen iets van ons studentenleven te laten zien,” vult Matthijs hem aan. “De Cornelis Musicusschool ligt vlak bij de campus van de TU Delft en waarschijnlijk fietsen de kinderen er zelf wel eens langs, maar ze wisten nog niet wat er echt allemaal gebeurt op de universiteit. Vandaar dat ze een rondleiding kregen door de Aula, waarbij ze zich helemaal wild hebben gedanst tijdens een lichtshow in het auditorium. Verder hadden we een fotospeurtocht over de rest van de campus uitgezet, waarbij we op elke plek wel een leuk verhaaltje konden vertellen.”

“Je merkt heel goed aan het type vraag dat een kind stelt dat iedereen er tijdens zo’n speurtocht anders instaat,” vertelt Joël. “Sommige kinderen zagen zichzelf ook ooit rondlopen over de campus en vroegen zich af hoe je daar dan terechtkomt. Terwijl anderen het eerder als een leuk buitenuitstapje zagen. Wel hebben ze het sowieso allemaal enorm naar hun zin gehad en hebben ze de ruimte gekregen om alle vragen te stellen die ze wilde stellen.”

Leerzaam voor kind en student

Gedurende de week zagen Matthijs en Joël de kinderen groeien. “Aan het begin was het project nog best conceptueel en dan moet iedereen er echt zijn aandacht bij houden,” vertelt Joël. “Aan het einde van de week, toen het project steeds concreter werd, zag je dat iedereen enthousiaster werd en zijn eigen plekje binnen het project had gevonden.”

Niet alleen de kinderen hebben tijdens dit project veel opgestoken, ook Joël en Matthijs vonden het een hele mooie leerervaring. “Ik vond het echt heel leuk vond om weer voor de klas te staan, maar ik was ook heel blij met de juf die de kinderen in het gareel kon houden. Ik was echt even vergeten hoe de dynamiek kan zijn in een basisschoolklas,” vertelt Joël.

“Ja, die interactie met de kinderen was heel leerzaam,” vult Matthijs hem aan. “Sommigen proberen je echt van je stuk te brengen waardoor zo’n klas opeens vrij hectisch kan worden, maar het is dan heel leuk om juist met die interactie om te leren gaan.”

Creatieve ideeën

“In de conceptuele fase aan het begin van de week was het soms lastig om de kinderen zelf na te laten denken over hoe ze de wijk groener konden maken,” vertelt Joël. “ Maar zodra ze een beter beeld kregen over wat de bedoeling was, waren ze onwijs creatief.”

Zo kwamen de kinderen zelf met het idee om prullenbakken te schilderen, zodat mensen het leuk zouden gaan vinden om afval netjes weg te gooien. Iets wat de jongens zelf nooit hadden verzonnen. “Kinderen laten zich nog niet leiden door praktische limieten en restricties,” geeft Matthijs aan. “Dat is super leuk, en dan kun je daarna samen een middenweg vinden in wat wel mogelijk is.”

“Ik heb me ook echt verbaasd hoeveel je in een relatief korte tijdsperiode op touw kan zetten. Zeker als je concreet iets gaat doen, dan merk je pas hoeveel er eigenlijk uit die kinderen komt,” vertelt Joël.

Iets om trots op te zijn

Nadat de kinderen op de tweede dag van de projectweek de buurtbewoners van hun wijk hadden ondervraagd, werd al gauw besloten dat de wijk vooral verbeterd zou kunnen worden met een manier om de tuinen groener te maken.

“Zeker oudere buurtbewoners gaven aan dat ze in de loop van de jaren tuinen steeds minder groen zagen worden,” vertelt Joël. “De vraag, ‘wat heeft u in de afgelopen tijd zien veranderen in uw wijk?’ was daarom vrij bepalend voor de keuze om flyers met bloemenzaadjes uit te delen.”

Buurtbewoners gaven aan dat ze nog nooit een project zo snel zo tastbaar hadden zien worden, en al helemaal niet door basisschoolkinderen. Toen de kinderen dat hoorden kon je de trots in hun ogen zien.