Het project Urban Mobility Observatory (UMO) krijgt een bedrag van  € 1.950.000 uit het programma NWO-groot, bedoeld voor de bouw van grote ondersteunende wetenschappelijke faciliteiten. UMO gaat uitgebreid en langdurig data verzamelen over mobiliteit in Nederlandse steden.  

Stedelijke mobiliteit

Het ‘Urban Mobility Observatory’ (UMO) is een uitgebreid systeem van sensoren en ICT-infrastructuur om mobiliteit en verplaatsingsgedrag te kunnen observeren en data uit verschillende typen metingen (camera’s, mobiele telefoon, enquêtes) te kunnen combineren. In UMO worden straks allerlei soorten verkeers-, transport- en mobiliteitsdata verzameld, opgeslagen en beschikbaar gemaakt voor onderzoek naar mobiliteit en transport in verstedelijkte regio’s. ‘Dit is urgent, want het begrijpen en managen van de snelle ontwikkelingen op transportgebied in die gebieden, vraagt nieuwe observaties’, zegt hoofdaanvrager dr.ir. Winnie Daamen van de TU Delft.

Samenwerking

Het toegekende bedrag van 1,95 miljoen euro (voor een looptijd van vijf jaar) wordt door de acht deelnemende partijen aangevuld tot 3,25 miljoen euro. ‘We zijn erg blij met deze uitgebreide samenwerking’, vervolgt Daamen. ‘Het grote aantal partners en de omvangrijke eigen bijdragen laten de wil zien om samen te werken. We kunnen hiermee allerlei onderzoekers met verschillende invalshoeken verbinden. UMO maakt baanbrekend wetenschappelijk onderzoek op het gebied van verkeer, vervoer en mobiliteit mogelijk. Onderzoekers kunnen plannen indienen voor het verzamelen van nieuwe data. Daarnaast gaan we werken met al bestaande data (ook afkomstig van externe partijen). Het goed filteren van die data is daarbij bijvoorbeeld een belangrijke taak.’

Sensoren en app's

Het sensornetwerk van UMO bevat straks instrumenten om continu real life situaties in zes regio’s te monitoren (met onder andere camera’s, radars, LIDARs, BT/Wi-Fi trackers en mobiele apps). Er is tevens een bewegend sensornetwerk via voertuigen en verplaatsbare apparatuur voor aanvullende observaties.

Bepaalde data over reisgedrag en reisvoorkeuren worden vergaard via bijvoorbeeld crowd sourcing (een panel) en social media. Men verzamelt continu data van een representatieve doorsnede van de Nederlandse bevolking. ‘Hiervoor gaan we bijvoorbeeld over meerdere jaren dezelfde mensen volgen en zien hoe hun mobiliteit’s en verplaatsingsgedrag verandert.’

Nederland

De Delftse campus wordt een van de onderzoeksterreinen. ‘Nederland is sowieso de perfecte locatie voor UMO’, zegt Daamen. ‘Het is immers een van de dichtstbevolkte verstedelijkte landen ter wereld, met zware bereikbaarheidsproblemen en hoge milieudruk door vervoer. Daarnaast heeft ons land een sterke traditie in samenwerking in onderzoek en een uitstekende internationale reputatie op het gebied van transportonderzoek.’

De data die UMO vergaart worden zo veel mogelijk publiekelijk toegankelijk, uiteraard wel met voorzieningen om zaken als privacy te waarborgen.

De acht partners in Urban Mobility Observatory zijn: TU Delft, TU Eindhoven, VU, Universiteit Utrecht,  Universiteit Twente, RU Groningen, AMS Institute en CWI.


Meer informatie
Dr.ir. W. (Winnie) Daamen, W.Daamen@tudelft.nl, +31 15 27 85927
Carola Poleij, Wetenschapsvoorlichter TU Delft, C.Poleij@tudelft.nl, +31 (0)15 27 87538, +31 (0)6 41611510

Bekijk ook het fietsexperiment 'Een rondje Ahoy fietsen voor de wetenschap'.