Anouk van der Net

Flexibiliteit en krachten in migrerende kankercellen en hun directe omgeving

Ir. Anouk van der Net, promovenda bij de afdeling Bionanocience

Wat doe je precies op het snijvlak van techniek en zorg?

Vanuit mijn masteropleiding Biomedical Engineering ben ik heel geïnteresseerd in hoe cellen keuzes maken. Hoe ze daarbij door de omgeving worden beïnvloed en ook zelf de omgeving beïnvloeden. In de context van een ziekte als kanker is dat ook nog eens heel relevant.

Kankercellen zijn succesvoller in het vormen van metastasen als ze in een groepje migreren. Met mijn onderzoek wil ik bepalen waarom ze daar zo effectief in zijn. Biologen kijken naar moleculaire eigenschappen. Wij kijken biofysisch, naar de stevigheid en flexibiliteit van de cellen. Hoe stijf zijn ze? Passen ze dat in een zachte omgeving aan? En wat doen ze als ze door een nauwe doorgang moeten?

We onderzoeken klompjes kankercellen waarbij we specifiek naar het cytoskelet kijken – een  flexibel en dynamisch geraamte van de cel. Daarmee vervormen ze, hechten ze aan elkaar en ook aan eiwitdraden in de omgeving. Op tweedimensionale micro-fluïde chips geven we de cellen uitdagingen zoals nauwe doorgangen. En in hydrogels doen we dit in 3D, dat komt dichter bij wat er in het lichaam gebeurt. Met de analyse van microscoopbeelden willen we uiteindelijk berekenen wat voor krachten op microscopisch niveau plaatsvinden.

Mijn health ambassadeur Gijsje Koenderink is ook mijn supervisor. Ze kijkt heel breed naar hoe het cytoskelet aan zijn fysische eigenschappen komt. Ik kijk hierbij op celniveau hoe connecties tussen de elementen van het cytoskelet vormen en hoe dat relevant is voor medische toepassing. In mijn geval kanker, maar het kan bijvoorbeeld ook fibrose zijn.

Hoe ervaar jij de medische wereld?

Ik vind het heel bijzonder om aan een ziekte te werken die zoveel mensen zelf of in hun omgeving meemaken. Daar sta ik af en toe niet zo bij stil omdat ik voornamelijk in een lab werk. Maar als ik een voordracht voor medici houd dan geeft dat een sterk gevoel van “samen werken aan een oplossing”. Zij kijken wel met een hele andere bril. Zelfs als ik mijn presentaties daarop aanpas, merk ik dat mijn fundamentele onderzoek nog veraf staat van het onderzoek dat arts-onderzoekers gewend zijn.

Ik heb al ideeën om mijn modellen te zijner tijd op patiëntmateriaal toe te gaan passen. Dat is vanwege biosafety regels best lastig op de TU voor elkaar te krijgen, dus dan zal ik veel directer met medici gaan samenwerken. Daar heb ik veel zin in.

Heb je een gouden tip voor ingenieurs die in het medisch domein (willen) werken?

Omdat je op een snijvlak werkt is het lastig voor mensen om te begrijpen waar jouw kennis precies ligt. Zeker als je wilt samenwerken met verschillende disciplines is het handig als je goed weet uit te leggen wat je doet, wat jouw rol is.

Denk ook goed na welk onderzoek je wilt doen en of je daarvoor op de juiste plek zit. Mijn onderzoek richt zich meer op het fysische gedeelte van biofysica, maar heeft zeker ook een biologisch component. Dan is het belangrijk om ook mensen van de andere kant in te kunnen inschakelen. Daar heeft de TU Delft diverse samenwerkingsverbanden voor opgezet.

Biologen kijken naar moleculaire eigenschappen. Wij kijken biofysisch, naar de stevigheid en flexibiliteit van de cel.