Robin de Kruijff

Een legodoos aan radionucliden voor diagnostiek en behandeling

Dr. ir. Robin de Kruijff, universitair docent bij Applied Radiation & Isotopes

Wat doe je precies op het snijvlak van techniek en zorg?

Er zijn heel veel coole onderwerpen voor natuurkundigen. Een quantumcomputer of zwaartekrachtgolven bijvoorbeeld. Maar ik wil graag aan iets werken dat een kortere doorlooptijd heeft en waarvan je meteen ziet waar je het voor doet. Dit snijvlak voelt voor mij direct relevant.

Bij de diagnose en behandeling van kanker wordt veel gebruik gemaakt van radionucliden. Dat zijn onstabiele atoomkernen die radioactieve straling uitzenden. Afhankelijk van de farmaceutische stof (tracer) waaraan ze zijn gekoppeld, zullen ze zich specifiek aan de tumor hechten. De heilige graal hierbij is gepersonaliseerde behandeling, waarbij zowel de eigenschappen van de radionuclide als van de tracer op de unieke tumoreigenschappen van een enkele patiënt zijn afgestemd. Daarbij werk ik aan methodes om nieuwe radionucliden te produceren, in bijvoorbeeld een nucleaire reactor. En ook om ze efficiënt te scheiden van de bulk aan niet-radioactieve atomen – chemische scheidingsmethoden of door middel van microfluïden. Het liefst wil ik dat die nieuwe methoden ook in kleinere reactoren gebruikt kunnen worden, en niet alleen in de handvol grote reactoren die nu de wereld van radionucliden voorzien, om de leveringszekerheid te vergroten.

Mijn health ambassadeur Kristina Djanashvili werkt bij een heel andere afdeling maar ze zit in de kamer naast me. Ze ontwikkelt met radioactiviteit geladen nanodeeltjes voor de behandeling van borstkanker. We vullen elkaar mooi aan omdat zij meer op nanomaterialen zit, en ik meer op radioactiviteit. Samen kun je dan ideeën uitwisselen om dit soort oplossingen succesvol uit te werken.

Hoe ervaar jij de medische wereld?

Het produceren en scheiden van een radionuclide zijn nog maar de eerste stappen. De radionuclide moet daarna aan een juiste tracer worden gekoppeld, preklinisch getest op muizen en dan klinisch getest bij echte patiënten. Het is een proces van de lange adem waarbij continu over en weer moet worden afgestemd opdat er een product komt dat ook werkelijk gebruikt gaat worden. Het is heel fijn om zo nauw met medici samen te werken en te begrijpen wat er nodig is. Daarbij merk ik wel dat het zelfs na tien jaar interactie nog even kan duren voordat je doorhebt dat je niet helemaal over hetzelfde praat

Heb je een gouden tip voor ingenieurs die in het medisch domein (willen) werken?

Je hoeft niet per se alle ontwikkeling zelf te doen. Het is belangrijker dat je samenwerkt met de mensen die bepaalde aspecten beter beheersen. Ik ontwikkel de radionucliden, anderen de tracers en weer anderen voeren de klinische trials uit. Zo bouwen we samen een legodoos voor het behandelen van kanker.

Daarnaast raad ik ook iedereen aan om eens in een ziekenhuis te gaan kijken hoe het eraan toegaat. De theoretische achtergrond en het lezen van wetenschappelijke artikelen, dat is totaal iets anders dan daar rondlopen. Het werkt enthousiasmerend en zorgt ervoor dat je onderzoek echt impact kan gaan hebben.

De heilige graal is om eigenschappen van zowel de radionuclide als de tracer op de unieke tumoreigenschappen van een enkele patiënt af te kunnen stemmen