Teddy Vijfvinkel

Met slimme sensoren inzicht in zorgprocessen

Drs. Teddy Vijfvinkel, promovendus BioMechanical Engineering TU Delft

Wat doe je precies op het snijvlak van techniek en zorg?

Medische technologie heeft mij altijd gefascineerd, al was het technische aspect onderbelicht tijdens de studie geneeskunde. En dat terwijl die twee werelden elkaar steeds meer raken. Als arts op de afdeling chirurgie in Delft, voelde het voor mij als een logische stap om onderzoek te gaan doen aan de Technische Universiteit. Zo kwam ik bij mijn health ambassadeur Maarten van der Elst terecht. Hij is een aanjager van technologische ontwikkeling in de zorg, waarbij hij samenwerking en klinische patiëntveiligheid hoog in het vaandel heeft staan.

Met mijn onderzoek probeer ik op een slimme manier inzicht te krijgen in de zorgprocessen die in de operatie- en interventiekamer plaatsvinden. Daarvoor maken we gebruik van sensoren zoals camera’s en dosimeters, in aanvulling op de reeds beschikbare informatie uit klinische systemen. Het doel is een voorspelling te maken van hoe een ingreep gaat verlopen. En als het niet volgens plan verloopt, hoe we daar met behulp van feedback naar zorgpersoneel zo snel en goed mogelijk op kunnen anticiperen. Zo verbeteren we de workflow en kunnen we capaciteit creëren voor spoedprocedures.

We kijken bijvoorbeeld in de katheterisatiekamer of de cardioloog met twee of drie assistenten werkt, naar hoeveel katheterwissels er nodig zijn en naar patiëntfactoren zoals leeftijd of een voorgeschiedenis in hart- en vaatziekten. Met de videocamera’s gaan we in de toekomst over naar geautomatiseerde monitoring. Een algoritme verwerkt dan de beelden, annoteert ze en haalt de belangrijke zaken eruit die het personeel of ziekenhuis wil weten. Opslag van de beelden is dan ook niet meer nodig, wat belangrijk is vanwege de privacy.

Het eindproduct is dus een ‘tool’ die ervoor zorgt dat het personeel zich zonder randzaken als administratie op de procedure kan focussen. Voor managers betekent het een efficiëntere omgang met de kostbare tijd van schaars personeel en van die dure operatiekamer. Bij interventie-cardiologie kan het bijvoorbeeld ook de stralingsbelasting van zorgpersoneel monitoren en aanwijzingen geven.

Hoe ervaar jij de technische wereld?

De TU Delft is een hele inspirerende omgeving om breder te kijken dan de bubbel van het ziekenhuis. Omdat wij als arts niet zijn opgeleid in die technologie zijn onze oplossingen niet altijd even creatief. Dat is waar de ingenieur belangrijk is, maar wel pas zodra die goed begrijpt wat het klinische probleem is. Als een ingenieur bijvoorbeeld op eigen houtje kunstmatige intelligentie inzet om een mens te opereren, dan zal dat niet werken omdat het niet vanzelfsprekend aansluit bij de eisen van patiënt en personeel. Samenwerking is dus van levensbelang.

Heb je een gouden tip voor ingenieurs die in het medisch domein (willen) werken?

In de technische sector is er veel ruimte voor het ontwikkelen van prototypes, voor verbeteren door trial en error. Maar een arts heeft weinig tijd voor twijfels en moet volledig op beschikbare technologie kunnen vertrouwen. Als arts moeten we soms even schakelen tussen die beide werelden, om er zo voor te zorgen dat een opkomende techniek via de juiste wijze in de kliniek wordt geïntroduceerd. En hoeveel er met technologische vooruitgang ook mogelijk is, uiteindelijk blijft de zorg voor patiënten mensenwerk.

Met mijn onderzoek probeer ik op een slimme manier inzicht te krijgen in de zorgprocessen die in de operatie- en interventiekamer plaatsvinden, met als doel ze straks te verbeteren