Ontwerpen voor iedereen in de nieuwe minor PortCityFutures

Nieuws - 22 maart 2022 - Communication BK

Havensteden en de gebieden daaromheen zijn van oudsher plekken waar mensen, goederen en ideeën aankomen en vertrekken, waar economische ontwikkeling en leefbaarheid zowel botsen als hand-in-hand kunnen gaan. Tegen deze achtergrond biedt de nieuwe LDE minor PortCityFutures derdejaars bachelorstudenten met allerlei achtergronden de kans om kennis te maken met observeren, ontwerpen en multidisciplinair samenwerken.

Behalve water en land, komen bij havensteden ook industrie, stad en platteland bij elkaar. Dit heeft tot ongekende economische en maatschappelijke ontwikkelingen geleid, maar ook tot vervuiling en sociaal onrecht. ‘Als er eenzijdig aandacht is voor economie, wat de laatste decennia vaak het geval is, dan moet je niet verbaasd zijn dat het een hele rommelige ruimtelijke ordening wordt, een rommelige stad,’ zegt Elise van Dooren, universitair docent aan faculteit bouwkunde van de TU Delft. ‘Voeg hier ook nog het grootste maatschappelijke probleem van deze tijd aan toe, klimaatverandering, en er zijn genoeg redenen om voor havensteden met goede nieuwe ideeën te komen.’

Perspectieven delen

Van Dooren coördineert de nieuwe minor PortCityFutures, die om deze ideeën draait. ‘Ontwerpen gaat over de toekomst, het is jezelf de vraag stellen “wat gebeurt er als…”,’ zegt ze. ‘Het vertrekpunt is altijd onderzoek.’ Bij PortCityFutures zijn dit de historische, sociale en culturele context van de stad en het enorme havengebied dat daar omheen gegroeid is. Maar in plaats van een traditionele knip tussen eerst onderzoek en dan ontwerpen, trekt de minor deze twee aspecten van het begin af aan dicht bij elkaar.

‘Juist die overlap tussen onderzoek en ontwerp maakt de minor interessant voor een breed scala aan studenten,’ zegt Didem Yerli. Als postdoctoraal onderzoeker binnen het Instituut voor Culturele Antropologie en Ontwikkelings-sociologie van de universiteit Leiden zal zij een deel van de minor doceren. ‘Sociale wetenschappers zoals antropologen en economen kijken meer naar het verleden, naar de effecten van beslissingen zoals die in het verleden gemaakt zijn. Ontwerpers kijken daarentegen vooral naar de toekomst, naar wat die context betekent voor over 20 tot 30 jaar. Het heden is waar deze twee blikken samenkomen, en waar we beslissingen over de toekomst nemen. De minor biedt ontwerpers en niet-ontwerpers al vroeg in hun studie de kans om te leren van elkaars blik en om samen de uitdaging van havensteden aan te gaan.’

Rotterdam

Het Rotterdam Makers District is een goed voorbeeld van een gebied waar haven en stad elkaar doorkruisen en wat in de minor aan bod zal komen. Maar met connectiviteit als hét handelsmerk van havens zullen er ook voorbeelden van andere havens aan bod komen en kunnen regionale oplossingen een wereldwijd impact hebben. ‘De studenten krijgen colleges en excursies, en ze doen onderzoeks- en ontwerpstudies,’ zegt Van Dooren. ‘De opdrachten draaien om het spelen met ideeën, niet om het produceren van kant en klare plannen.’

De opdrachten kunnen zo klein zijn als het ontwerpen van een plein of een kade langs de rivier. ‘Ook daar spelen altijd grootschaliger invloeden mee,’ zegt van Dooren. Maar met een brede visie spelen kan ook, bijvoorbeeld dat de hele stad Rotterdam veel groener moet worden. ‘Wat betekent dat dan,’ vraagt Van Dooren zich af. ‘Moeten we alle daken van groen voorzien? Heeft dat het beoogde effect en is het haalbaar?

Selfie van de toekomst

In de workshop van Yerli gaan de studenten aan de slag met beelden van havengebieden. Beelden zoals we die kennen van schilderijen uit de 16e en 17e eeuw, van ansichtkaarten uit de 19e eeuw, en recente foto’s. ‘We gaan kijken naar de visuele ontwikkeling van havenregio’s, en naar hoe de makers van het schilderij of ansichtkaart de havenstad zagen,’ zegt ze. ‘Vandaaruit gaan we bijvoorbeeld een beeld van de haven uitdrukken in een selfie, of in een kaart die we over twintig jaar zouden versturen.’

Geen heilige huisjes

Wat betreft Van Dooren en Yerli zijn er geen heilige huisjes: de geschiedenis is om van te leren, maar erfgoed hoeft niet zonder meer behouden te blijven. Veel speelruimte dus voor slimme keuzes en ze hopen dat dat een leuke mix aan studenten van alle drie de LDE-universiteiten aantrekt, met zoveel mogelijk variatie in culturele achtergrond. ‘De minor PortCityFutures staat open voor iedereen die geïnteresseerd is,’ zegt Van Dooren. ‘Voor ontwerpers biedt het verdieping van hun vaardigheden met betrekking tot de historische en sociaal-culturele context. En voor niet-ontwerpers is het een mooie kans om de relatie tussen ontwerpen en hun eigen professionele manier van denken te onderzoeken.’

Meer informatie

De minor PortCityFutures wordt gecoördineerd door universitair docent Elise van Dooren en is onderdeel van het LDE programma PortCityFutures dat onder leiding staat van hoogleraar Carola Hein van de afdeling Architecture.