De verbeelding aan de macht

Nieuws - 23 augustus 2020 - Communication BK

Technische universiteiten zijn goed in exacte vakken, maar laten het vaak afweten als het gaat om de verbeelding. Hoog tijd dat daarin verandering komt, vindt hoogleraar Klaske Havik. “Zonder verbeelding is innovatie onmogelijk.”

De faculteit Bouwkunde kent sinds 2012 een leerstoel 'Methods & Analysis', maar sinds het aantreden van Klaske Havik is die naam veranderd in 'Methods of Analysis & Imagination'. Die toevoeging is heel belangrijk, legt de kersverse hoogleraar uit. “Verbeelding is voor mij essentieel voor een instituut dat architecten en stedenbouwers opleidt. Waarom? Omdat een ontwerp maken per definitie een vorm van fictie is: je ontwikkelt een scenario voor iets dat er nog niet is. Zonder verbeelding is innovatie onmogelijk.”

Verbeelding loopt als een rode draad door het werk van Havik. Haar promotieonderzoek bijvoorbeeld ging over de relatie tussen architectuur en literaire fictie. Achterliggend idee is dat architecten technieken van dichters en schrijvers kunnen gebruiken om te verbeelden wat hun ruimtelijk voor ogen staat. Want een literaire tekst kan sferen oproepen of sociale aspecten van ruimtelijke beleving belichten die zich moeilijk via een plattegrond, een maquette of een dwarsdoorsnede laten uitdrukken.

De relatie tussen de twee diepte ze verder uit tijdens de internationale conferentie 'Writingplace – literaire methoden in architectonisch onderzoek'. Dat kreeg een vierjarig vervolg in 'Writing Urban Places', waarvoor ze met financiering van EU-Cost een Europees stedennetwerk opbouwt. Uitgangspunt is dat verhalen over steden helpen om urbane omgevingen beter te begrijpen. 

Wat dat concreet oplevert? Een ontwerp dat niet alleen een functionele vraag oplost voor een ruimtelijk probleem, maar dat aansluit bij andere lagen. Sociale en historische aspecten bijvoorbeeld, of het perspectief van gebruikers, legt Havik uit. “Ik bekijk – met mijn studenten – hoe ruimtelijke verbeelding tot stand komt in de literatuur, maar ook in film of choreografie”, vertelt ze erover. Choreografie kan helpen te verbeelden hoe je door een nog niet gebouwde ruimte beweegt. Literaire stijlfiguren en filmbeelden kunnen het gevoel en de sfeer oproepen die erbij horen. Doel daarvan is een “meer sociaal inclusieve benadering” van het ontwerpproces. “Daarvoor moet je je kunnen verplaatsen in de mensen die een gebouw zullen gaan gebruiken. De beleving van een gebouw is meer dan wat je ziet, je ervaart het met al je zintuigen”, vertelt Havik. “Er is empathisch voorstellingsvermogen voor nodig om je als architect in toekomstige gebruikers te verplaatsen Dat is iets waarvan architecten zich meer bewust zouden moeten zijn.”

Graduation project of Dev Aslawa for Valparaiso, Chile (1st prize Archiprix 2019)
Msc2 Transdisciplinary Encounters: building and choreography in Tampere, Finland

Analyse

Een studie of ontwerpopgave draait bij de – zeer internationaal ingestelde – leerstoel 'Methods of Analysis & Imagination' uiteraard niet alleen om de verbeelding. Ontwerpstudio’s van de leerstoel starten met een grondige analyse van de stedelijke en culturele context van het gebied - of het nu gaat om Den Haag, Rotterdam, Belgrado, Skopje of Bogotá. Daar komt van alles bij kijken: bestuderen van de geschiedenis, analyse van plattegronden van lokale gebouwtypologieën, interviews met bewoners, bestudering van gebruikspatronen. “Op basis van deze analyses worden vervolgens verschillende methodes van ruimtelijke verbeelding losgelaten.” Havik wil op die manier studenten uitdagen om een eigen positie in te nemen. “Je wordt gedwongen uit te leggen waaróm je iets doet”, vertelt ze. “We willen studenten helpen om beter na te denken over de maatschappelijke rol die ze als architect hebben, en sterker in hun schoenen te staan bij het maken van hun keuzes.”

Ze gaat met die benadering wereldwijd ontwerpopgaven te lijf. Een woonwijk in Bogotá analyseerde ze met studenten niet alleen op visuele kenmerken – met behulp van videotechniek –  maar ook op geluid: wat zijn de kenmerkende geluiden in een gebied? “Op het moment dat je een stad op zo'n element gaat analyseren, ga je haar op een andere manier begrijpen”, legt Havik uit. In de luidruchtige hoofdstad van Colombia ontwikkelde een student een voorstel met geluidspaviljoens op cruciale plekken, zoals grote verkeerskruisingen.

Bij een project in de Chileense havenstad Valparaíso speelde juist het sociale aspect een hoofdrol. Student Dev Asawla won de landelijke Archiprix met een ontwerp voor een gebouw dat traditionele ambachten van Valparaiso inzet als katalysator voor ontwikkeling.

In de Finse stad Tampere, waar Havik enkele jaren werkzaam was als visiting professor, gooide zij het met enkele collega’s over een heel andere boeg. In het kader van het keuzevak 'Transdisciplinary Encounters' analyseerden Delftse studenten met een dansdocent hoe mensen zich door de openbare ruimte bewegen. Dat resulteerde in de bouw van een houten buitenpodium, kleedkamers en een sauna. “De invloed van de dansdocent zie je in het gebouw terug in de ritmes, de richting en het licht.” De studenten die het bouwwerk in tien dagen in elkaar timmerden presenteerden bij de opening een eigen choreografie op het zelfgebouwde podium. Het gebouw is nu als openbare sauna in gebruik voor de gemeente Tampere.

Het verbinden van technische en artistieke vaardigheden resulteert uiteindelijk in betere, meer verrassende en inclusieve ontwerpen, constateert Havik. “Het doet iets in de gedachten van mensen als je ontwerpt vanuit de ontmoeting met een andere discipline. Ik denk dat dat de kern van deze leerstoel is.”