De circulaire economie heeft uw oude telefoons nodig (en andere dingen)

Nieuws - 09 oktober 2020

De overgang naar een circulaire economie (CE) vereist dat producten worden geretourneerd voor hergebruik, renovatie of recycling. Maar het is niet altijd eenvoudig om mensen dat te laten doen. Vanuit het gebruikersperspectief heeft promovendus Flora Poppelaars onderzoek gedaan naar manieren om het rendement van mobiele telefoons na gebruik te verhogen en zo de CE-lus te helpen sluiten.

Telefoons zijn tegenwoordig zo veel om ons heen dat meeste mensen ze als vanzelfsprekend beschouwen, maar Poppelaars staat er nog steeds versteld van. "Er zitten meer dan 40 elementen uit het periodiek systeem in dit ding, verzameld van over de hele wereld. Het is geweldig dat het is ontworpen in Ă©Ă©n klein object dat in je zak past," zegt ze. Maar dit kleine ding dat in ons dagelijks leven zoveel betekent, heeft ook een enorme negatieve invloed op het milieu.

De gebruiker in beeld

Laten we eerlijk zijn, de meeste mensen hebben een lade vol met oude telefoons of andere apparaten. Poppelaars stelt dat zo'n 58% van telefoons in een lade terechtkomt. Consumenten zijn gewend geraakt aan hun telefoon voor een paar jaar te gebruiken en dan het nieuwste model kopen. Dit proces toont ons huidige lineaire industriële systeem waarbij bedrijven materialen opgraven, producten vervaardigen, consumenten kopen en gebruiken deze om ze uiteindelijk als afval weg te gooien.

In een circulaire economie is het basisidee de waarde en het nut van de producten, componenten en materialen zo groot mogelijk te maken. Bij het ontwerpen van een circulaire economie wordt vaak gekeken naar technische aspecten zoals omgekeerde logistiek en materiaaloplossingen, maar er is weinig aandacht besteed aan de gebruikers en het verbruik. Poppelaars’ doel was dan ook om de gebruiker in beeld te brengen en te onderzoeken hoe deze zijn telefoon aan het eind van het gebruik kan terugbrengen. 

Desinvestering door ontwerp

Om die lus te sluiten, moet de consument de noodzaak accepteren om de telefoons af te stoten en over de middelen beschikken om dat te doen. De term desinvestering verwijst naar de laatste fase van het consumptieproces waarin gebruikers het fysieke, emotionele en mentale proces van scheiding van hun product doorlopen. In het onderzoek van Poppelaars is specifiek gekeken naar twee consumptiepatronen waarmee gebruikers gestimuleerd kunnen worden om gebruikte smartphones terug te brengen. Allereerst keek ze naar verplichte teruggave, waarbij een telefoon wordt gehuurd en de gebruiker contractueel verplicht is om deze aan het eind terug te geven. Maar de acceptatie van dit soort bedrijfsmodellen is niet erg hoog. In het andere, meer algemeen geaccepteerde model dat ze onderzocht, is een product in eigendom. Hoe stimuleer je in dat geval de teruggave van telefoons na gebruik?

Uit de studies die Poppelaars heeft uitgevoerd, zijn verschillende patronen naar voren gekomen. Deze leidde Poppelaars ertoe om een nieuwe set van tien "design for divestment"-principes te ontwikkelen die ontwerpers en onderzoekers helpen oplossingen te creëren voor een betere desinvesteringservaring van de consument. "Ik werkte met design professionals tijdens een workshop en met design studenten tijdens afstudeerprojecten en dook echt in het hele ontwerpproces", vertelt ze. "Hoe ontwerp je hier eigenlijk voor, waar hou je rekening mee, welke tools gebruik je en hoe vind je manieren om de gebruikers te stimuleren? Daar komen de inzichten vandaan." Deze principes zijn nu voor iedereen beschikbaar via haar proefschrift. Naast deze praktische inzichten leverde Poppelaars ook wetenschappelijke inzichten op door
gebruikersgedrag in de context van telefoons en desinvestering te modelleren.

Onze circulaire toekomst

Hoewel aspecten van haar onderzoek zeer specifiek zijn, stelt Poppelaars dat de door haar ontwikkelde ontwerpprincipes tot op zekere hoogte ook op andere productcategorieën van toepassing kunnen zijn. En ze ziet dit soort onderzoek als een belangrijk onderdeel van de toekomst van de circulaire economie. "Ik hoop dat het gebied van design voor desinvestering meer wordt ontwikkeld, zodat we vanuit een gebruikersperspectief gaan denken als de eindresultaten en daardoor waardevolle en gewaardeerde oplossingen gaan vinden".

Poppelaars werkt nu als consultant in de circulaire economie bij Partners for Innovation in Amsterdam. Zij ondersteunt bedrijven, organisaties en overheden bij al hun circulaire vragen, veelal vanuit een ontwerpperspectief. "Het is leuk om deel uit te maken van de ontwikkeling van de circulaire economie.”