Een basis om te ontwerpen voor positieve stemmingen

Alle goed bedoelde ideeën ten spijt: hoe ontwerp onze stemming beïnvloedt, is wetenschappelijk gezien een groot raadsel. En dat terwijl onze stemming grote invloed heeft op ons algemeen welzijn en onze gezondheid. Met een Vici-financiering (1,5 miljoen euro) van NWO gaat prof. Pieter Desmet het ontwerpen voor positieve stemming nu van een solide theoretische basis voorzien.

Hoe tevreden gebruikers met een product zijn hangt nauw samen met de emoties die een ontwerp bij de gebruiker oproept. Emoties, positief of negatief, gaan namelijk altijd over iets (je bent bang voor iets, of boos op iets). Vanwege deze een-op-een relatie kan een ontwerper zijn producten dus goed verbinden met emoties. Algemeen welzijn wordt echter niet bepaald door kortstondige emoties maar door ´stemming´. Dat is algemener en heeft minder een één-op-één relatie met ‘iets’. Precies dat maakt stemming ongrijpbaar. Je kan vrolijk of chagrijnig zijn op de hele wereld zonder duidelijke reden. 

Pieter Desmet doet al twintig jaar onderzoek naar design en (positieve) emoties. Zo wilde hij een bijdrage leveren aan het welzijn van de gebruiker. Maar diep van binnen wist hij dat ‘stemming’, hoe ongrijpbaar ook, veel meer bijdraagt aan welzijn. “We weten dat de ontworpen wereld, met alle objecten die we iedere dag waarnemen en gebruiken, een invloed hebben op onze stemming. Denk bijvoorbeeld aan zitten in een bedompt kantoor waardoor je langzaam je energie en inspiratie verliest. Inmiddels weet ik precies hoe ontwerp emoties oproept, door het product zelf, de context, het gebruik en hoe je dat allemaal kan meten. Maar hoe dat bij stemming werkt, een niveau hoger dus, begrijpen we nog helemaal niet.”

Inmiddels is in de psychologische literatuur overtuigend aangetoond waarom we stemmingen hebben, welke functies stemmingen hebben en hoe die verschillen van emoties. Toen Pieter dat las zag hij een opening naar deze nieuwe onderzoekslijn van ontwerpen voor stemming, en dus voor welzijn. “Tot nu toe ging onderzoek naar stemming vaak uit van een één-op-één relatie tussen een ontwerp en stemming,” legt hij uit. “Ik verf een ruimte blauw en kijk wat dat doet met de stemming van de gebruiker in die ruimte. Mijn stelling is dat deze één-op-één relatie niet bestaat. Er zit iets tussen, namelijk gedrag. Ontwerp kan gedrag beïnvloeden, en gedrag is wel direct van invloed op stemming. Dat maakt dat ontwerpen voor stemming mogelijk is, maar alleen indirect. Hoe die drieweg-relatie tussen ontwerp, handelen en stemming precies werkt ga ik onderzoeken, en vervolgens natuurlijk ontwerp-interventies maken. Tenslotte moet ik het effect op welzijn kunnen meten.”

Maar voor het zover is moet er nog een hoop gebeuren. Gelukkig heeft een Vici-financiering een looptijd van 5 jaar en kan Pieter zijn onderzoeksgroep, dat hij Delft Institute of Positive Design noemt, verder gaan uitbouwen. “Door specifiek gedrag te stimuleren kan je stemming positief beïnvloeden. Maar ik weet nog niet welk gedrag dat precies is, en ook niet hoe je dat kan doen met ontwerpen. Er is bijvoorbeeld aangetoond dat de handeling van af en toe even afstand nemen van je werk, een zogenoemde refocus, helpt om je stemming te verbeteren. Hoe kan bijvoorbeeld de kantooromgeving je daartoe aanzetten, zonder dat het irritant wordt, zoals de programmatjes die vaak standaard geïnstalleerd zijn op computers?”

Dat soort programmaatjes illustreren volgens Pieter precies welke leegte in onze kennis hij met zijn onderzoek wil opvullen. “Er zijn allerlei producten op de markt om stemming te verbeteren, maar niets is gebaseerd op een goede theoretische basis. Alles is intuïtief, maar we weten niet wat werkelijk positief bijdraagt aan stemming en waarom. Soms gebeurt het wel eens dat een ontwerp ons heel ongelukkig maakt. Maar als ontwerpers kunnen we daar nu niet verantwoordelijk voor gehouden worden, omdat we niet weten hoe dat werkt. Mijn taak als onderzoeker is naar die theoretische onderbouwing op zoek gaan. Pas dan kunnen ontwerpers op een systematische manier met ontwerp ons welzijn gaan verbeteren.”